Terreurwet treft slechts enkelen
DEN HAAG - De wet tegen terreurdaden waarover de Tweede Kamer dinsdag sprak, zal in de praktijk slechts een klein aantal personen treffen.
Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken heeft de afgelopen tijd maximaal twintig verdachte figuren geteld die in aanmerking komen voor de nieuwe vormen van vrijheidsbeperking. De antiterreurwet waarover de Tweede Kamer gisteren debatteerde, geeft de mogelijkheid verdachte personen een gebiedsverbod of meldingsplicht op te leggen. Het gaat om verdenkingen van terreur die te mager zijn voor een strafproces, maar ernstig genoeg om preventief ingrijpen te rechtvaardigen.Als preventieve maatregel kan ook een verbod worden opgelegd om met bepaalde personen om te gaan. Verder kunnen subsidies aan dubieuze organisaties worden geblokkeerd. De maatregelen moeten voorkomen dat terreurplannen daadwerkelijk worden uitgevoerd.
In de Kamer tekende zich gisteren een ruime meerderheid af voor het wetsvoorstel. CDA, PvdA, ChristenUnie, VVD en SGP stelden zich erachter. Wel vroegen diverse fracties zich af of de wet voldoende effect sorteert. De maatregelen zijn bedoeld om een aanslag te voorkomen, maar gaan niet zover dat de potentiële terroristen continu in de gaten worden gehouden.
„We willen voorkomen dat mensen die iets kwaads in de zin hebben, dat ook kunnen uitvoeren”, zei Ter Horst. „Maar het is niet de bedoeling om iemand 24 uur per dag in de gaten te houden. We zeggen ook niet dat we hiermee alle aanslagen kunnen uitsluiten.”
GroenLinks en de SP uitten ook andere stevige bezwaren tegen de wet, die zij zien als een verdere uitholling van de rechtsbescherming. „Dit is een feitelijke inbreuk op iemands leven. Het heet slechts een maatregel te zijn, maar het heeft meer iets weg van straf, en wel een stevige straf”, aldus SP-Kamerlid De Wit. D66-fractieleider Pechtold waarschuwde dat de minister niet met een kanon op een mug moet schieten, gezien de beperkte groep potentiële terroristen die Ter Horst omschreef.
De antiterreurwet vult een pakket maatregelen aan dat is genomen na de aanslagen op het WTC in New York. Maar de minister stelde in een toelichting dat zij zich „absoluut niet” uitsluitend richt op terreurdreiging met een islamitische achtergrond. De wet is ook van toepassing op bijvoorbeeld dierenactivisten die hun eisen met aanslagen kracht willen bijzetten.