Rust
Zo rampzalig nu als diegenen zijn die tot de schare van de onreine bokken behoren, zo groot is integendeel de gelukzaligheid van de schapen van Christus, die eens aan Zijn rechterhand zullen gezet worden. Ach, wat voor reden vindt Gods volk hier niet om de oneindige liefde van zijn Herder met een dankbaar hart te prijzen? Hij heeft hen immers tot Zijn eigendom gekocht en tot schapen van Zijn weide gezet.
U was van nature aan de stinkende bokken gelijk. Het behaagde de grote Herder u te vernieuwen en u tot reine, zachtmoedige lammeren te zetten. Tracht u dan ook als schapen van Christus te gedragen. Wees gelijk de kudde schapen die uit de wasstede opkomen (Hooglied 4:2). Zij zijn gewassen en gereinigd door het bloed van het Lam en hebben hun klederen onbevlekt bewaard.Misschien behaagt het de Heere om u een tijdlang tot uw beproeving onder de overlast van de goddelozen te laten zuchten. U bent dan gelijk een lelie onder de stekende doornen. Bedenk echter dat de tijd eens komt dat u door de engelen gelijk de tarwe van het onkruid wordt gescheiden en dat u dan in de eeuwige schuur van Gods gemeenschap gebracht wordt. Thans roept Jezus u toe: „Komt herwaarts tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven.”
Wilhelmus Ewald, predikant te Altona (”Voorboden der eeuwigheid”, 1736)