In het plan hebben gemeenten, jeugdhulpverleners en het onderwijs afgesproken dat de betere samenwerking moet leiden tot eerder ingrijpen bij probleemkinderen en -jongeren.„Met dit actieplan moeten we voorkomen dat een kind tussen wal en schip valt”, aldus Geluk. „We accepteren het niet langer dat kinderen niet de hulp krijgen die ze verdienen omdat organisaties niet goed samenwerken. Wij willen alle kinderen laten winnen. Dat kan met dit programma.”

In de Rotterdamse stadsregio, die zestien gemeenten omvat, wonen 300.000 kinderen en jongeren onder de 23 jaar. Daarvan hebben er 10.000 ernstige problemen in hun ontwikkeling, opvoeding of op school. Voor deze groep schiet het aanbod van de zorg tekort, waardoor kinderen niet snel genoeg de hulp krijgen die ze nodig hebben.

Bij de opvang van zo’n probleemjongere kunnen wel twintig instanties in de zogenoemde jeugdketen betrokken zijn, allemaal met een eigen rol en benadering.

De jeugdgezondheidszorg, het onderwijs, de welzijnssector, Bureau Jeugdzorg, de Jeugd-GGZ, de Raad voor de Kinderbescherming, de politie, het openbaar ministerie en de gemeenten hebben nu onder meer afgesproken dat er één elektronisch kinddossier komt waar zij inzage in kunnen hebben. „Hiermee voorkom je dat al die instanties maar een stukje van het dossier kennen en dat zij elkaar tegenwerken in plaats van samen te werken.”

In Rotterdam bestaat het elektronisch kinddossier al en moeten alle probleemkinderen en -jongeren eind 2007 een dergelijk dossier hebben. Voor de omliggende gemeenten moeten deze dossiers eind 2009 zijn gerealiseerd.

Geluk hoopt dat het systeem landelijk wordt overgenomen. „Maandag is onze minister voor Jeugd en Gezin Rouvoet hier op bezoek. Ik zal dit zeker aan hem voorleggen.”