Het klooster, dat met zijn goudkleurige koepels al bijna duizend jaar boven de Oekraïense hoofdstad uittorent, wordt ondermijnd door regen, sneeuw, kwelwater en verwaarlozing. Elke dag bidden duizenden orthodoxe christenen er.„We moeten ons haasten om zijn belangrijkste schatten en monumenten te behouden”, zegt Tatyana Koelik, hoofd van de bouwkundige dienst van het complex, dat in het Oekraïens Pechersk Lavra heet. „We hebben geen tijd. Er zijn al grotten ingestort.”

Monniken stichtten het holenklooster, dat zijn naam ontleent aan de talrijke ondergrondse gangen, in 1051 nabij de rivier de Dnjepr. Het werd langzamerhand de belangrijkste heilige plaats van de orthodoxe christenen in Oost-Europa. Elk jaar bezoeken miljoenen toeristen het complex, dat niet ver van het centrum van Kiev ligt. In de lagere delen wonen ongeveer 150 monniken. Het bovenste gedeelte is een museum, dat de staat beheert.