Presidentskandidaten, Israël en het Britse Hogerhuis
Christenen in de VS zien nog geen geschikte presidentskandidaat opdoemen. Franstalige politici in België krijgen weer een veeg uit de pan. Israël moet nu eindelijk eens zijn morele verantwoordelijkheid voor de situatie in Gaza nemen. En het moet afgelopen zijn met het systeem van erfopvolging in het Britse Hogerhuis. Een greep uit de buitenlandse commentaren van deze week.
Het Duitse weekblad Der Spiegel meent dat niemand van de kandidaten die zich voor de race om het Amerikaanse presidentschap hebben gemeld „vroom genoeg” is om de goedkeuring van de christelijke kiezers in de Verenigde Staten weg te dragen. Evangelicalen en baptisten zijn vertwijfeld, aldus het magazine.„Het afgelopen jaar liep niet goed voor christelijk rechts Amerika. Eerst moest Ted Haggard, de voorzitter van de Nationale Vereniging van Evangelicalen, aftreden wegens drugsgebruik en seks met een man. Vervolgens verloren bij de congresverkiezingen van november diverse van hun trouwste bondgenoten hun mandaat. (…)
Dit jaar dreigt nog ernstiger te worden. Amerikaanse christelijke fundamentalisten vrezen voor het verlies van hun politieke machtsbasis. De ophef in de kerken volgt op de jongste berichten over de net begonnen campagne voor de presidentsverkiezingen.
De Republikeinen zijn traditioneel de thuisbasis van de vromen. (…) Dit keer laten in de ogen van de religieuzen vooral de verkeerde mensen zich in het Republikeinse kandidatenveld gelden.”
De Standaard
De Belgische krant beklaagt zich over het trage tempo waarin de verkeersveiligheid in België verbetert. Trage Franstalige politici en een verkeerd federaal beleid krijgen van het dagblad de schuld.
„Het jongste decennium werd het verkeer in Vlaanderen en in België veiliger. Maar we zijn nog lang niet waar we moeten zijn. Landen als Nederland en Zweden bewijzen dat het nog veel beter kan.
Het federale beleid heeft een rol gespeeld in die verbetering. Maar dat had veel beter gekund: als de Franstalige politici wat sneller tot inzicht waren gekomen, en als het federale beleid op een betere manier was gevoerd. (…)
Maatregelen werden bekendgemaakt voor ze beslist waren en kwamen er uiteindelijk niet. Beslissingen moesten worden ingetrokken omdat ze niet uitvoerbaar waren of omdat de politiek achteraf vaststelde dat hij het er toch niet over eens was. Bepalingen werden uitgevaardigd vóór er technische mogelijkheden waren om ze te controleren. Soms was het gerecht niet bereid of niet in staat de vervolging van overtredingen te organiseren. (…)
Als het aantal verkeersdoden al flink omlaag kon met een slecht uitgevoerd beleid, moet met een degelijk beleid, een halvering op een beperkt aantal jaren mogelijk zijn. Wie dit vertraagt, ook door geklungel in het beleid, begaat een misdaad.”
Jerusalem Post
De Jerusalem Post doet deze week een dringend beroep op het collectieve Israëlische geweten. Juist als een land wordt bedreigd, is het de kunst om de morele integriteit te bewaren, houdt het rechtse dagblad zijn lezers voor.
„Velen van ons hebben hun dienstplicht in Gaza vervuld. Iedereen die daar is geweest kan getuigen dat het een andere planeet is. De drukte, de armoede, het open riool, de viezigheid, de stank - dat alles maakt het deel van de Vierde of Vijfde Wereld.
Loop een willekeurig ziekenhuis binnen, en de populatie kakkerlakken is tien keer zo groot als het aantal patiënten. De glazige ogen en gezwollen buiken van de kinderen zijn tekenen dat honger gemeengoed is. (…)
De ultieme test voor iemands morele integriteit is wanneer iemand wordt bedreigd. Er is weinig ethische genoegdoening in het handhaven van het respect voor mensenrechten in vredestijd. Maar als iemands vrees echt is en niet ingebeeld, zoals het geval is met Israël, dan is de uitdaging om iets van een moreel evenwicht te bewaren ontzettend moeilijk. (…)
Gelden doorsluizen om diegenen die in nood zijn te helpen zal Israël niet beperken in zijn manoeuvreerruimte in het krachtig verdedigen van zichzelf tegen de voortdurende terreurdreiging. Aan de andere kant kan de vijandigheid juist worden verminderd door „brood met de hongerigen te delen, de naakten te kleden en de armen van dienst te zijn (Jesaja 58:3).”
The Times
Op het eerste gezicht zijn Groot-Brittannië en Lesotho twee zeer verschillende landen. Toch hebben beide staten één ding gemeen: de bezetting van de Senaat wordt gedeeltelijk door erfopvolging geregeld. En dat moet veranderen, vindt The Times.
„Wij zijn de enige twee staten waar zetels in het Hogerhuis op basis van erfopvolging worden gereserveerd. In Lesotho bestaat twee derde van de Senaat uit ”voornaamste stamhoofden” of ”zonen van Moshoeshoe I”, een koning uit de Victoriaanse periode die de vader van een hele serie mannelijke opvolgers was. Zo’n 85 procent van het Lagerhuis bestaat uit diegenen die op basis van de gunst van voornaamste stamhoofd Blair zijn genomineerd.
Dat alleen al zou suggereren dat een allesomvattende hervorming van het Hogerhuis ongeveer een eeuw te laat is.”