Opinie

Voeden onder dwang

Volkert van der G. is al meer dan veertig dagen in hongerstaking en zo langzamerhand wordt zijn situatie kritiek. Maar keihard als hij is, geeft hij nog geen enkel teken dat hij de confrontatie met de gevangenisautoriteiten opgeeft. Eerst moet het permanente cameratoezicht worden opgeheven.

23 August 2002 11:50Gewijzigd op 13 November 2020 23:45

Vandaar de discussie over de vraag of hij eventueel onder dwang gevoed moet worden. Zelf heeft hij in een vroeg stadium een verklaring laten opstellen dat hij per se geen dwangvoeding wil. Maar is daarmee de zaak beslist?

Volgens minister Donner is het wettelijk mogelijk hem onder dwang voedsel of vocht toe te dienen. Op grond van de Penitentiaire beginselenwet kan een gedetineerde verplicht worden om een medische behandeling te gedogen. Daar valt ook het kunstmatig voeden onder. Door andere juristen wordt dat echter bestreden.

In het algemeen geldt dat er geen wettelijke verplichting is voor mensen om (voldoende) te eten. Zoals mensen ook niet verplicht zijn eenvoudige of gecompliceerde medische ingrepen te ondergaan. Voor gedetineerden geldt echter dat zij minder rechten en vrijheden hebben dan anderen en zich in allerlei opzichten meer moeten laten welgevallen.

Dat is ook aan de orde wanneer een van hen in hongerstaking gaat. De Staat der Nederlanden moet zich extra verantwoordelijk voelen voor de mensen die hij gevangenhoudt. Dat betekent dat niet geaccepteerd wordt dat een gevangene zich doodhongert.

Daarbij komt het bijzondere karakter van het delict waar Volkert van der G. van beschuldigd wordt. Het gaat om een geruchtmakende politieke moord. Zeker de leden van de LPF, maar ook anderen willen niet dat de vermoedelijke dader het geheim daarvan in zijn graf meeneemt.

Daarom vindt men dat hij in ieder geval tot de rechtszaak in leven gehouden moet worden. Overigens moeten we wel bedenken dat hij ook dan niet verplicht is te praten en zijn diepere motieven voor de moord op tafel te leggen. De pijnbank die vroeger gebruikt werd om verdachte personen bekentenissen te ontfutselen, is gelukkig al lang afgeschaft.

Een complicerende factor in deze zaak is dat de LPF inmiddels een steunpilaar is (of behoort te zijn) van het nieuwe kabinet. Begrijpelijkerwijs is men daar de moord op hun politieke voorman nog niet vergeten. Het geklungel in de kring van de LPF maakt welhaast dagelijks duidelijk hoezeer zij hem missen.

Maar hoewel die politieke achtergrond van het delict uiteraard van belang is en niet weggepoetst kan worden, mag die er niet toe leiden dat er in deze kwestie steeds weer van gelegenheidswetgeving sprake is. Volkert van der G. moet in de grond van de zaak niet anders behandeld worden dan anderen die van moord verdacht worden.

Die tendens is wel enigszins te bespeuren. De regeringsfracties willen hun toch al licht ontvlambare coalitiepartner niet voor het hoofd stoten.

De linkse oppositie is nog steeds onder de indruk van de volkswoede die zich na de moord in haar richting ontlaadde. Vandaar dat men zich tot op heden angstvallig onthoudt van alles wat uitgelegd zou kunnen worden als een opkomen voor de moordenaar van Fortuyn.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer