Het hoofdbestuur van de vereniging kwam donderdag tot deze conclusie. Het hield een extra vergadering om zich te beraden op het SoW-proces. Het CGB wil zijn uiterste best doen om te bereiken dat er een regeling voor de zelfstandigheid van de plaatselijke gemeente totstandkomt.

De gereformeerde synode besloot in juni echter dat de juridische verhouding van de plaatselijke gereformeerde kerken ten opzichte van de SoW-kerk maximaal zeven jaar blijft zoals die nu in de Gereformeerde Kerken is. In SoW-verband is nog geen definitief besluit hieromtrent genomen.

In reactie op het rapport ”Kerken en Kerkverband” reageerden zes classes en 391 kerkenraden afwijzend op het feit dat het in de verenigde kerk niet langer mogelijk is dat kerkenraden besluiten een gemeente buiten het kerkverband te plaatsen.

Het hoofdbestuur van het CGB besloot donderdag ook om in de tweede helft van september aan alle gereformeerde kerkenraden de brochure ”Hoe gaan wij samen?” te sturen. Deze brochure is geschreven door drs. C. B. Elsinga, voorzitter van het Confessioneel Gereformeerd Toerustingscentrum (CGT).

Eind 2000 verscheen van zijn hand de brochure ”Beheer in eigen hand?”. Daarin adviseerde het CGB plaatselijke gereformeerde kerken niet in te stemmen met een omvorming van het gereformeerde kerkmodel.

Verder belegt het CGB in november een bijeenkomst voor ambtsdragers, waarop het CGB zijn visie op SoW gaat toelichten.

Het CGB heeft besloten positief te antwoorden op een vraag van het triomoderamen om aan zogenaamde initiatiefgroepen mee te werken. Deze groepen hebben tot taak aan gemeenten en kerkenraden voorlichting te geven over Samen op Weg.

Een viertal bestuursleden zal aan deze initiatiefgroepen meedoen. Het zijn de predikanten C. G. Kant (Tzum), mevrouw H. J. Paas (Rijnsburg), W. J. W. Scheltens (Lunteren) en D. Westerneng (Vorden).

Begin juli besloot het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk niet mee te doen aan de voorlichtingsgroepen.