Vanuit zijn werkkamer kan burgemeester Vries Nijkerk goed overzien. Vier grote ramen bieden een kijkje op de haven, het parkeerterrein voor het stadhuis en een gedeelte van de binnenstad. „Het uitzicht is een van de dingen die ik zal gaan missen”, verzucht Vries.Uit de politiek stappen is geen gemakkelijke keus, vindt de 64-jarige burgemeester. „Ik ben nog goed gezond en heb plezier in mijn werk. De mogelijkheid bestaat om tot mijn zeventigste door te gaan, maar dat wil ik niet. Het is tijd om andere leuke dingen te gaan doen. Op mijn zeventigste heb ik daar wellicht geen fut meer voor.”

Vries (CDA) zit bijna dertig jaar op het pluche en is met hart en nieren verknocht aan de politiek. In december 1978 begon hij zijn loopbaan als burgemeester in het Friese Workum. Na zes jaar volgden de gemeenten Het Bildt en Dantumadeel. Ruim elf jaar geleden werd hij tot burgemeester van Nijkerk benoemd. Op 1 januari 2000 fuseerde Nijkerk met Hoevelaken en werd Vries burgervader van de heringedeelde gemeente.

Na twintig jaar burgemeester in Friesland te zijn geweest, kwam u naar het Gelderse Nijkerk. Dat was vast wennen.
„De overgang viel mee. Nijkerkers hebben dezelfde doe-maar-gewoonmentaliteit als de Friezen. Door hun sterke oriëntatie op het water -Nijkerk bezit de op drie na grootste haven van Gelderland- is de bevolking behoorlijk onafhankelijk. Van die nuchterheid en onafhankelijkheid houd ik.”

Welk gevoel overheerst als u terugkijkt op de jaren in Nijkerk?
„Tevredenheid. Er is veel bereikt. Toen ik in 1995 kwam, werd er al gesproken over een tweede aansluiting van Nijkerk op de A28. Dit is nu van de grond is gekomen. De veiligheid in Nijkerk is sterk verbeterd. Uit de politiemonitor 2006 bleek dat het aantal inwoners dat zich onveilig voelt met 10 procent is gedaald ten opzichte van 1996. Op al die zaken ben ik best een beetje trots.”

In tegenstelling tot enkele jaren geleden staan er tegenwoordig in de spitsuren files rond Nijkerk. Hoe blijft de stad het best bereikbaar?
„Files blijven bestaan. Daarin moeten we reëel zijn. Wel kunnen we door een goed vervoersmanagement de doorstroming bevorderen. Daarbij denk ik aan het stimuleren van flexwerken, waardoor niet iedereen tegelijk de weg opgaat. Ook een aansluiting van de A30 op de A28 is een goede oplossing. Helaas laat de uitvoering hiervan nog een fors aantal jaren op zich wachten. De provincie wil eerst een oplossing voor de rondweg bij Putten en Voorthuizen.”

Ergert u zich aan die langzame besluitvorming?
„Ik word er niet vrolijker van. Maar uit ervaring weet ik dat zulke projecten lang duren, soms wel dertig jaar. Wij zijn nu ruim vijf jaar met dit voorstel bezig. Mogelijk hebben we dus nog een poosje te gaan. Zelf heb ik niet zo’n last van files. Ik reis bijna altijd met het openbaar vervoer als ik naar Den Haag of Utrecht moet. Voordat je een parkeerplek hebt, ben je een poos verder. En dan nog dat gedoe met parkeergeld. Geef mij maar de trein.”

Wat ziet u graag anders in Nijkerk?
„Ik zou de stad graag toeristisch meer op de kaart willen zetten. Mijn ideaal is om de haven uit te bouwen tot recreatiehaven, waarin op een zomerse dag de bootjes in en uit varen. Samen met een gezellige binnenstad geeft dat de stad een aantrekkelijke uitstraling.”

Blijft u in Nijkerk wonen?
„Voorlopig wel. Mijn kinderen wonen in deze omgeving. Bovendien ligt Nijkerk heel centraal. Met het openbaar vervoer ben ik binnen een halfuur in de Randstad.”

Na uw pensioen hebt u de handen vrij. Wat gaat u doen?
„Meer tijd steken in mijn nevenfuncties. Ik ben voorzitter van de Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen Gelderland en lid van een commissie die het bestuur adviseert over bezwaarschriften die bij de gemeente worden ingediend. Mijn studeerkamer is hard toe aan een opruimbeurt. Daarnaast wil ik graag meer tijd vrijmaken voor mijn hobby’s -lezen en tuinieren- en verheug ik me erop voortaan niet gehinderd door een agenda op visite te gaan. Een leven zonder druk van een volle agenda lacht me toe.”