Opinie

Denk na over roeping in publieke domein

Naar aanleiding van de interviews met prof. Johan Polder en burgemeester J. van Belzen eind vorige week in deze krant, stelt ds. P. Roos dat het geen gewoonte moet gaan worden dat we almaar over de samenleving praten en almaar minder over de innerlijke overtuiging.

28 February 2007 09:04Gewijzigd op 14 November 2020 04:33

Jaren geleden was er een corrector die werkte bij een drukkerij. Hij moest boeken corrigeren op zetfouten. Als hij dan een passage vond met een verwerpelijke inhoud, zette hij in de kantlijn de opmerking: „Hier ben ik het niet mee eens.” De man zou het in onze tijd heel erg druk gehad hebben.Hieraan moest ik denken toen ik eind vorige week de krant las. Het betrof het interview met prof. dr. Johan Polder („We moeten de brug naar de samenleving niet te snel ophalen”) en dat met de burgemeester van Barendrecht, J. van Belzen („Ik ben geen verlengstuk van de partij”). In beide artikelen was er een breed venster naar de samenleving, terwijl er enige distantie werd gevoeld ten opzichte van gedachten die onder ons als reformatorisch volksdeel leven. Soortgelijke gedachten worden door steeds meer mensen geuit.

Beide genoemde personen staan midden in de maatschappij. We beseffen allen dat het zwaar en moeilijk kan zijn om op die post te functioneren. Maar het is voor ieder die een oprecht christen wil zijn een zware taak om waar dan ook een ambt of een beroep te bekleden in het publieke domein. De fabrieksarbeider kan ervan meepraten als hij te maken krijgt met spottende blikken rond het gebed voor het eten. De verpleegster zal ertegen op kunnen zien als ze handelend moet optreden in een situatie waarin gevraagd wordt om euthanasie. Winkelpersoneel krijgt het moeilijk als de claim van zondagsarbeid onontkoombaar gehoord wordt.

Deze voorbeelden zijn met talloos vele te vermeerderen. De scholier die gewapend met goede voornemens de moed in de schoenen voelt zinken als klasgenoten het over heel andere dingen hebben dan hij thuis hoort. Zelfs een predikant, die een beschermd beroep uitoefent, staat voor de zware opgave het Evangelie op de ziekenzaal of in het verpleeghuis te vertolken, met vrijmoedigheid en liefde.

Dus: een burgemeester, een hoogleraar, zij krijgen weliswaar veel meer op hun bord, maar wat is het verschil tussen hen en de verpleegster die weigert mee te doen aan een abortusingreep?

Kritische houding
Wat me het meest trof, was de kritische houding en het bijna afwerende gebaar naar degenen die te veel verwachten van de christelijke belijder of zelfs van de SGP-ambtenaar. Vooral de burgemeester liet soms onverholen merken dat hij juist niet dacht te moeten doen wat allerlei mensen van hem verwachten. Nu was de interviewer ook niet bang voor vragen op de man af; hij legde Van Belzen het vuur behoorlijk na aan de schenen. Prima journalistiek!

Prof. Polder haakte in op het regeerakkoord en hij stond daar uiterst positief tegenover. Zoals zovelen dat reeds kenbaar gemaakt hebben in de laatste weken.

Er zou over deze pagina’s best nog eens stevig doorgesproken kunnen worden. Ik beperk mij nu vooral tot de weging van het Bijbelse gehalte in allerlei opmerkingen. Het viel me op dat er sterk vanuit de praktijk werd gesproken. Het Woord van God kwam niet nadrukkelijk aan de orde als de instantie waarop we ons moeten beroepen. Nu is een krantenartikel geen stukje dogmatiek, maar je zoekt als lezer toch wel naar de basis en het fundament onder allerlei beschouwingen.

Daniël
Laat ik dan iets uit de Bijbel mogen aanhalen en ter toetsing voorleggen aan ons allemaal. Is het trendmatig dat we bezig zijn afstand te nemen van hetgeen begrepen kan worden met de term ”isolement”? Van Belzen vreest dat de SGP in een isolement gaat terechtkomen. Ik heb altijd gemeend dat de gehele christelijke kerk in een zeker isolement verkeert en dat ook bijvoorbeeld de positie van Israël in Kanaän te typeren was als een geïsoleerd bestaan. Lees het boek Richteren er maar eens op na.

Het boek Daniël vertoont heel veel lijnen die van betekenis zijn voor onze tijd. Daniël heeft kunnen functioneren in een regering die vreemd was aan het Koninkrijk Gods. Bij Daniël was het niet zo dat er een sterke scheiding liep tussen ambt en privé. Zeker heeft hij aan heel veel zaken deelgenomen en heeft hij zijn invloed kunnen uitoefenen op allerlei terreinen, zodat het volk een stil en gerust leven heeft kunnen leiden.

Maar toch…, als we denken aan het eerste hoofdstuk, waarin de weigering vervat is van jonge mensen die niet willen eten van de spijs van Babel en die de boeken van Babel naast zich neerleggen, dan is dat ook wel iets voor onze tijd. En wanneer gaan wij staan voor de regeerders en zeggen we met Daniël: Breek uw zonden af door gerechtigheid? En wanneer blijven we staan als de muziek van ons vraagt te buigen voor het beeld van de eigentijdse cultuur? En hoe zouden we het schrift aan de wand nog kunnen uitleggen in onze dagen waarin we de gordijnen van onze privéovertuiging dichttrekken, anders dan Daniël?

Deze houding moet óók aan de orde komen en ik heb in de bovenbedoelde krantenartikelen gezocht naar het rekenschap geven van de hoop die in ons is.

Pragmatisch motief
We hebben dit probleem allemaal gemeenschappelijk. Weer noem ik de verpleegster en de soldaat, de arbeider en de klerk, de dominee en de huismoeder. Wij allen laten het er zo vaak bij zitten. We moeten daarin zelf vooropgaan. Maar er zijn ook heel wat mensen, op misschien veel lagere plaatsen, die bladeren in het boek Daniël en in het gehele Woord van God, op zoek naar kracht om nee te kunnen zeggen. Zij hebben onze steun nodig.

Ik hoop niet dat het gewoonte gaat worden dat we almaar over de samenleving praten en almaar minder over de innerlijke overtuiging. Bezin u op uw roeping van Godswege. Ik kom daar alles aan tekort, en velen erkennen het met mij. Maar we moeten onze tekorten niet voorzien van een toch al te pragmatisch motief.

Ik ben heel blij dat er mensen zijn, zoals de geïnterviewden, die verantwoordelijkheden nemen. Tegelijk hoop ik dat zij met mij biddend willen blijven nadenken over het woord van Christus: „Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld.”

Ds. Roos is emeritus predikant en woont in Bergum.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer