Richt beleid op het bruto nationale geluk
Het succes van overheidsbeleid moet niet primair gemeten worden aan de hand van materiële maatstaven. Geluksmetingen bieden een directere manier om het succes van beleid vast te stellen, zegt Menno Middeldorp.
Nederland is een van de gelukkigste landen ter wereld. Dit blijkt wanneer we mensen simpelweg vragen hoe gelukkig ze zijn. Hoewel een dergelijke methode van onderzoek op het eerste gezicht niet zo betrouwbaar oogt, blijkt uit hersen- en psychologisch onderzoek dat mensen prima in staat zijn hun eigen geluksniveau in te schatten.Bovendien hangen deze geluksmetingen goed samen met factoren die het geluk beïnvloeden. Zo blijken getrouwde mensen gelukkiger. Ongezondheid en werkloosheid veroorzaken daarentegen veel ongeluk. Maar ook minder tastbare zaken beïnvloeden de geluksbeleving. Gelovige mensen zijn bijvoorbeeld gemiddeld meetbaar gelukkiger dan niet-religieuze mensen.
De oude wijsheid dat geld niet gelukkig maakt is ook bewezen. Uiteraard is het leven in armoede geen pretje. In landen met veel armoede zijn de mensen dan ook minder gelukkig. Maar tussen rijke landen blijken verschillen in inkomen weinig te zeggen over geluk. Zo is de VS een derde rijker dan Nederland. Toch zijn wij iets gelukkiger, dankzij meer vrije tijd, minder echtscheidingen en sterkere sociale zekerheid.
Nederland is nu vrijwel even gelukkig als dertig jaar geleden, ook al is het bruto binnenlandse product per hoofd van de bevolking met 80 procent gestegen. Psychologen weten waarom. Mensen raken snel gewend aan een hoger inkomen. Daarnaast vinden mensen vooral de status van hun inkomen ten opzichte van het inkomen van mensen om hen heen belangrijk.
Omdat een hoger inkomen niet de sleutel is voor geluk, moet het succes van overheidsbeleid niet primair worden gemeten aan de hand van materiële maatstaven. Geluksmetingen bieden een directere manier om het succes van beleid vast te stellen.
Input
Wellicht nog belangrijker is dat geluksmetingen gebruikt kunnen worden als input voor beleidskeuzes. Denk bijvoorbeeld aan arbeidsmarktbeleid. Mensen waarderen baan- en loonzekerheid, maar worden erg ongelukkig van werkloosheid. Economen weten dat een flexibele arbeidsmarkt kan bijdragen aan een lagere werkloosheid. Wellicht levert meer arbeidsmarktflexibiliteit meer geluk op via lagere werkloosheid dan dat het tenietdoet door de toegenomen onzekerheid.
Ook gezondheid is van enorm belang voor het geluk. Het is daarom goed mogelijk dat bezuinigingen in de gezondheidszorg per saldo geluksverlagend zijn.
Zelfs belasting betalen hoeft niet slecht te zijn voor het geluk. Econoom Richard Layard schrijft in zijn boek ”Happiness” dat mensen door hun drang naar status te lang werken. Als iemand meer status verwerft door langer te werken dan anderen, betekent dit dat iemand anders er in status op achteruitgaat. Deze heeft dan een drijfveer om ook harder te werken om zijn status te herstellen. Per saldo is de status van deze mensen onveranderd, maar omdat ze meer werken zijn ze minder gelukkig.
In die zin is het najagen van status vergelijkbaar met vervuiling, het heeft indirecte gevolgen voor het geluk van anderen. De oplossing is dan ook hetzelfde, net zoals benzine wordt belast om het gebruik ervan te ontmoedigen, kan een progressieve inkomensbelasting mensen aanmoedigen om meer te genieten van vrije tijd.
Als de overheid meer investeert in het meten van geluk, dan kunnen dergelijke afwegingen beter gemaakt worden. Dan kan na meer dan dertig jaar stagnatie het bruto binnenlandse geluk wellicht weer stijgen.
De auteur is senior econoom bij de Rabobank.