Niet alle Britse royals in het leger zagen actie
LONDEN (ANP) – Prins Harry gaat met zijn regiment Blues and Royals naar Irak. Veel leden van de Britse koninklijke familie maakten carrière in het leger, maar niet iedereen betrad het strijdtoneel. Prins Harry volgt het voorbeeld van zijn oom en grootvader.
Bijna 25 jaar geleden vertrok Harry’s oom prins Andrew naar het zuiden van de Atlantische Oceaan om deel te nemen aan de herovering van de Falkland Eilanden die waren bezet door Argentinië. De broer van kroonprins Charles nam als helikopterpiloot actief deel aan de strijd.Als toekomstig staatshoofd diende Harry’s vader kroonprins Charles bij diverse onderdelen van de Britse krijgsmacht. Hij zat bij de landmacht bijvoorbeeld bij de Welsh Guards. Daarna diende hij als piloot bij de luchtmacht en tenslotte zat hij bij de marine. Actie zag hij echter niet.
Harry’s broer, prins William, zal als tweede in de lijn van troonsopvolging vermoedelijk niet naar oorlogsgebied worden uitgezonden. Hij studeerde onlangs af aan de militaire academie Sandhurst en zal hierna net als zijn vader bij de drie krijgsmachtonderdelen dienen.
De opa van Harry, prins Philip, vocht mee tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij zat bij de marine en zag actie in de Indische Oceaan en de Middellandse Zee. Hij bleef actief bij de Royal Navy tot zijn vrouw Elizabeth in 1952 tot koningin van Groot–Brittannië werd gekroond.
De vader van Elizabeth, koning George VI, deed mee aan de zeeslag om Jutland in 1916. Hij was toen nog prins Albert en was luitenant–ter–zee 3e klasse op het slagschip Collingwood. Voor hem was koning William IV de laatste royal met oorlogservaring. Die deed hij op in de 18e eeuw.
Maar niet voor elk lid van het huis van Windsor is een carrière bij het leger weggelegd. Andrews broer, prins Edward, diende bij de mariniers. Maar na vier jaar vertrok hij in 1987 zonder rang bij de Royal Marines. Edward kon volgens de BBC maar niet wennen aan het militaire leven.