Waddenzuivel heeft goede kans van slagen
HANTUMHUIZEN - Het idee ontstond in het brein van een boer op Schiermonnikoog, het waaide over naar andere Waddeneilanden en bereikte daarna de kuststrook van Groningen en Friesland. Wellicht komt het zover: waddenmelk en -toetjes in de supermarkt en waddenkaas bij de kaasboer.
Aanstekelijk enthousiast is hij: Dedde Jan Tilma, 32 jaar jong en samen met z’n vader en moeder veehouder in een maatschap. Over een paar jaar ruilen de ouders van positie met Tilma’s vrouw en gaat het stel samen verder. Hemelsbreed ligt Hantumhuizen op 2 kilometer vanaf de waddendijk, nabij Holwerd.In de grote schuren op het winderige erf huizen 125 stuks zwartbonte Holstein Frisians en rond de 80 jonge dieren. „We gebruiken wel eens een rooie stier, maar dat leverde nog geen enkel rood kalf op”, lacht hij. De dames in de ligboxenstal herkauwen tevreden. Nieuw kuilvoer ligt alweer te wachten. Nu worden ze tweemaal daags gemolken in de aanpalende melkstal, maar Tilma oriënteert zich op de aanschaf van een melkrobot, een investering van ruwweg 200.000 euro.
Verhalen uit de agrarische sector bevatten doorgaans een flink percentage kommer en kwel. Daarvan is weinig te merken in Tilma’s ervaringen en visie. Sterker: hij is tevreden over het heden en hoopvol voor de toekomst van agrarisch Nederland. „De voorspellingen zijn behoorlijk positief. De laatste jaren ging het al niet slecht en de voortekenen zijn hoopvol. Misschien koersen we wel aan op een periode waarin er voedselschaarste is in plaats van -overschotten. Dat de boer weer wordt gewaardeerd als onmisbare voedselproducent.”
De jonge boer -vierde generatie op de stee- leest veel, komt op bijeenkomsten, peilt de stemming. „Lange tijd maakte ik m’n ramingen met een dalende curve voor de melkprijs. De laatste tijd denk ik: We hebben het dal gehad, ik hoef met m’n begrotingsberekeningen niet lager te zakken dan 30, 31 cent voor een liter.” Op dit moment krijgen de boeren nog 32 cent voor hun aan de fabriek geleverde melk. Tilma’s koppel is jaarlijks goed voor 1 miljoen liter. Een dreigende 28 cent lijkt ver weg.
In november 2005 kwam een groep van vijftig boeren samen in Lauwersoog. Gespreksvragen waren: zijn regioproducten apart uit te baten en zijn er gezondheidsclaims te verbinden aan onze melk? Want de lucht aan de Waddenzee is schoon en zilt, het gras heeft daardoor een andere samenstelling en de positieve effecten van beide elementen zouden moeten zijn terug te vinden in het eindproduct.
Eind april 2006 was de club geïnteresseerde melkveehouders gegroeid tot 100: afkomstig van de eilanden en uit de 10 kilometer brede kuststrook van de twee noordelijkste provincies. Met subsidiegeld uit het Leaderprojectfonds (EU), een bedrag uit een pot van LTO Noord en een eigen bijdrage van de deelnemers werd een haalbaarheidsstudie gestart. De voorlopige resultaten daarvan zijn bekend. In de waddenmelk zitten relatief veel omegavetzuren, sinds enkele jaren in het nieuws als ingrediënt dat goed is tegen aandoeningen van huid en slijmvliezen.
Het gehalte aan zogenaamd CLA-rumenzuur -extra hoog door veel jong gras in het menu- is nog verder te verhogen als de koeien lijnzaad krijgen. „Dat zou bijvoorbeeld hier in de regio kunnen worden geteeld, dat gebeurde vroeger ook.” Dat alle beschikbare akkerbouwgrond dan al vol staat met koolzaad voor de productie van biobrandstof, verwacht Tilma niet. „’t Zijn hier vooral pootgoedtelers, die hebben het niet zo op koolzaad, dat springt te ver weg en vervuilt de andere percelen.”
Vooralsnog is het wachten op de uitkomst van de gesprekken met twee zuivelcoöperaties over de verwerking van -op dit moment- 82 miljoen kilo melk van de 102 aangesloten boeren. Tilma heeft goede hoop. „En anders zou er nog een mogelijkheid zijn om gezamenlijk een nieuwe melkfabriek te beginnen.” De minimummelkprijs zou met 5 cent omhoog moeten om uit te kunnen. Over hoeveel de producten in de winkel duurder zouden worden, doet hij geen uitspraak.
Om de vermarkting van de waddenmelk, -kaas of -toetjes op gang te krijgen, zou een bijdrage uit het Waddenfonds zeer welkom zijn. „Dat is er voor zulke initiatieven, alleen is dat geld al dertig keer uitgegeven.” Een transportprobleem bestaat niet echt, zegt de enthousiaste boer. „Bij biologische melk is dat er wel: die boerderijen liggen te ver uit elkaar om de driedaagse ophaaldienst renderend te maken. Bij waddenmelk praat je over de eilanden plus een strook van 10 kilometer, dat is te doen.”
De waddenboeren stellen hoge eisen aan dierenwelzijn, voeding en gezondheid van de veestapel. Bleven de koeien van Tilma de laatste paar jaar vooral binnen, in de nieuwe bedeling verandert dat en gaan ze weer meer de wei in. „Al heb je er altijd dieren bij die redeneren: m’n voer ligt hier, m’n matras is daar, waarom zou ik zo ver lopen?”