Het verhaal achter de World Press Photo
BEIROET - Rijke Libanese christenen doen aan oorlogstoerisme in de door Israël gebombardeerde buitenwijken van Beiroet. Dat was vorige week de boodschap van de winnende World Press Photo. Maar de op de foto afgebeelde jongeren vertellen een heel ander verhaal.
Voor Spencer Platt, een Amerikaanse fotograaf die voor het agentschap Getty werkt, was 15 augustus een hectische dag. Het was de tweede dag van het staakt-het-vuren na de 34-daagse oorlog tussen Israël en Libanon. De dahiye was met de grond gelijkgemaakt. Van overal kwamen de Libanezen (sjiieten, soennieten en christenen) naar de wijk: sommigen om de schade aan hun huizen te inspecteren, anderen uit nieuwsgierigheid. „Ik stond net op het punt terug te keren naar mijn hotel toen ik plots in mijn ooghoek een rode auto zag”, zegt Platt aan de telefoon vanuit New York. „Ik heb vier of vijf keer afgedrukt, maar er was slechts één bruikbaar beeld bij. Ik heb het opgestuurd samen met zo’n 25 andere foto’s die ik die dag had gemaakt.”Hij had er geen idee van dat de foto een iconisch beeld zou worden, het beeld dat de oorlog in Libanon zou definiëren.
Elegantie
Maar Jad, Bissan en Tamara Maroun, Liliane Nacouzi en Nur Nasser zijn het volstrekt oneens met de manier waarop de foto wordt geïnterpreteerd. Behalve de blonde Tamara zitten ze allemaal bij elkaar. Ook van de partij is Lana al-Khalil (25), de eigenares van de rode sportauto. Nu ja, het is eigenlijk een oranje Mini Cooper. En ze willen dat de wereld een aantal dingen weet over de World Press Photo.
Ze leerden elkaar kennen in een hotel in Hamra waar ze onderdak hadden gezocht toen ze hun huizen in de dahiye moesten ontvluchten. Daar ontmoetten ze ook Lana al-Khalil, die hun haar auto had geleend.
Al-Khalil gebruikte haar auto tijdens de oorlog om mensen naar opvangcentra te brengen. „Later heb ik noodhulp heen en weer gereden naar de mensen die waren achtergebleven in de dahiye.” Dat alles met de oranje Mini Cooper die het symbool zou worden van de harteloosheid van het rijke Libanon.
De anderen zijn allemaal afkomstig uit de zuidelijke buitenwijken van Beiroet: vier uit de dahiye, eentje uit de ernaast gelegen wijk Shiya. Nur is de enige moslim in het gezelschap, de anderen zijn christenen. Dat hoeft niet te verwonderen: Haret Hreik, het hart van de dahiye, was oorspronkelijk een christelijke wijk.
De gefotografeerde jongeren kwamen die bewuste dag kijken of hun huizen nog overeind stonden. En om de Mini Cooper te evacueren.
Jade, de jongen die de auto bestuurde, geeft toe dat hij even heeft nagedacht of het wel een goed idee was het dak open te gooien. „Ik was bezorgd dat het een slecht beeld zou geven. Maar we waren met vijf, het was warm en we wilden allemaal een goed idee krijgen van wat er met onze wijk was gebeurd.”
En de trendy kleren en de modieuze zonnebrillen dan? „Sorry, maar wij zijn Libanezen en wij zien er graag goed uit. Op elke andere dag waren we onopgemerkt gebleven. Het is het contrast met de verwoesting op de achtergrond dat tot het misverstand heeft geleid.”
„Je moet begrijpen”, zegt Al-Khalil, „dat elegantie in Libanon heel belangrijk is. Het overstijgt het klassenverschil.”
„Kijk naar onze gelaatsuitdrukkingen”, benadrukt Bissan Maroun. „We zijn ons echt niet aan het amuseren; we zijn ontsteld over de verwoesting van onze wijk.”
Ze spreken niet tegen dat er oorlogstoerisme geweest is in Libanon, of dat het beeld van rijke christenen in de dahiye iets zegt over de Libanese samenleving. „Daarom biedt de foto een interessant beeld. Het is alleen jammer dat het niet klopt.”
Qana
Wissam, Bissans verloofde, gaat nog een stap verder. „Als ze de foto van het dode jongetje na een bombardement in Qana hadden gekozen voor de World Press Photo, dan was dat slecht geweest voor Israël. Deze foto schaadt Israël niet. Wat hij zegt is dat de christenen, de mensen die op jullie lijken, allemaal tegen Hezbollah zijn. En dat is gewoon niet waar.”
Fotograaf Spencer Platt had het allemaal niet zo bedoeld toen hij afdrukte op de rode auto. Hij had er maandag nog geen idee van wie de mensen op zijn foto waren. „Het is nooit mijn bedoeling geweest een oordeel over die mensen te vellen. Ik heb echt geen politiek statement willen maken.”