De vraag ”Waar leef ik voor?” noemde ds. Van Zwet een intense en persoonlijke vraag. „Het is een vraag van een andere orde dan de vraag ”Waarom ben ik er?”” zo zei hij. Die laatste vraag noemde hij triest. Dieper kan de vertwijfeling van de zin van het bestaan volgens hem niet gaan. Het leven wordt dan ingenomen door zinloosheid, een leven om te overleven.„Wat maakt ons leven de moeite waard en wat maakt het leven met God de moeite waard?” zo vroeg hij zich af. „We moeten niet alleen leven, maar ook voor iets leven. Zin en doel van het leven moeten op elkaar zijn afgestemd. Hoe hoger het doel, hoe meer de dingen in ons leven zin en inhoud krijgen.”

De Woudenbergse predikant liet zien hoe de Bijbel het hoogste doel voor ogen houdt. Het Bijbelse woord voor doel is bestemming. „Wij zijn dan van nature doelmissers, maar het doel van ons leven ligt niet in onszelf maar in God. De kern van het doel van ons leven is het kennen van God. Het ligt in de volmaaktheid voor God”, aldus ds. Van Zwet. Hij wees in dat verband op de woorden van Paulus: „Opdat de mens Gods volmaakt zij.”

De predikant waarschuwde daarbij voor twee klippen. „De eerste is dat we met iemand als Rick Warren God voldoening zouden moeten schenken. Als we ons oefenen in het volmaakt zijn, moet God toch wel heel blij met ons zijn. Terwijl de Bijbel ons leert dat precies het omgekeerde het geval is.”

De tweede klip is dat we ons verliezen in een soort gelatenheid van „ik onderga het maar.” Ds. Van Zwet noemde dat een vorm van versombering waarin alles er niet meer toe doet. „De tijd die we van God krijgen, moeten we uitkopen. We moeten winst halen uit het leven.

Dat is wat anders dan het leven uitbuiten. We moeten de tijd die God ons geeft, gebruiken in het teken van „in het licht zijn””, zo zei hij. Het „in Uw licht zien wij het licht” noemde hij het geheim van het leven. „In het kennen van de Heere komt ons leven in dat licht te staan.”

Het kennen en dienen van God is voor ds. Van Zwet ook het genieten van God. Naast de zin ván het leven is dat volgens hem ook de zin ín het leven. De vraag of we wel mogen genieten in het leven, beantwoordde hij bevestigend. „Verwijzend naar wat Prediker schrijft, mogen we best genieten van wat God ons in het leven geeft. Als we het doel van ons leven maar in het oog houden en het kwade uit ons leven wegdoen. Een leven los van God is een ijdel leven. We moeten inhoud geven aan het genieten. Het leven moeten we wegen.”

Ten slotte geldt voor hem dat genieten van het leven ook te maken heeft met de eenheid van het leven. Het geestelijke en het lichamelijke leven moeten we niet uit elkaar halen. „Geniet van de dingen die God u geeft en zet ze in het perspectief van Zijn toekomst. We zijn als mensen niet geschapen voor de dood maar voor het leven.”