De predikant stelde voor om deputaten juist niet van hun taak te ontheffen –zoals voorgesteld werd– maar wilde dat zij juist hun schouders zetten onder het werk door met raad en daad de kerken in de grote steden bij te staan. Daarbij verwees hij naar de in het rapport genoemde vernieuwende en bezielende aanpak die nodig is.

De synode besprak opnieuw het rapport van deputaten voor de problematiek in de grote steden. In een eerste reactie werd donderdagavond met verdeeldheid gereageerd. De kern van de kritiek was dat de opdracht die aan het rapport ten grondslag lag, beperkter was dan men uit het nu voorliggende rapport zou kunnen concluderen. Er lag vanuit de vorige synode een opdracht voorstellen te lanceren om kerken in grootstedelijke gebieden te ondersteunen en levensvatbaar te maken of te houden.

Enkele synodeleden constateerden echter dat er een omslag gemaakt is door deputaten naar een soort ontwerp voor een zendingsgemeente. Commissierapporteur ds. M. van der Sluijs wees erop dat de oorspronkelijke opdracht de insteek naar een missionaire aanpak niet uitsloot.

In lijn
Synodelid en deputaat ds. J. Bosch uit Hoofddorp zei over de voorliggende stukken dat „het missionaire er wellicht wat uitspringt." Hij verwees ook naar onderdelen van de besluitvorming rond de opdracht aan deputaten, waaruit nadruk op het missionaire zou blijken. „We zijn gebleven in de lijn van het achterliggende rapport."

Op de vraag of men niet had moeten blijven bij de opdracht het kerkzijn in de stad te versterken, zei hij dat dit advies juist gehonoreerd is, „omdat uit het proberen anderen te betrekken bij het Evangelie, versterking van het kerkzijn blijkt."

Op de vraag wat de kerken in de steden nu eigenlijk in praktische zin aan het dikke rapport hebben, antwoordde ds. Bosch: „Wij voelen deze opmerking aan. Maar we wilden eerst een grote lijn uitzetten. Nu moet de praktische invulling inderdaad nog volgen. Wij willen zorg op maat in de stad leveren." Daar haakte ds. Affourtit in een breed gedragen voorstel op in.

Vijf over twaalf
Ds. Bosch wees op de benarde situatie van de Christelijke Gereformeerde Kerken in stedelijke gebieden. „In Amsterdam gaat een half procent van de inwoners wel eens naar de kerk. Van de 1800 christelijke gereformeerde leden uit 1960 zijn er in onze hoofdstad vandaag nog 300 over." Met ds. Van der Sluijs omschreef hij de situatie van de kerk in de stad als vijf over twaalf.

Ds. Bosch hield de synode voor dat reeds twee gemeenten in de steden zijn opgeheven (Den Haag-Centrum en Wormerveer) en dat hij veronderstelt dat er nog meer kerken voor opheffing in aanmerking zullen komen. „Voor sommige zullen onze besluiten al te laat komen."