Aangenaam
Indien iemand waarlijk geestelijk dorstig is, dan is het water des levens hem aangenaam boven al het andere. Het Evangelie is een zoete reuk en Christus is zoet en aangenaam. God geeft hem het water des levens te drinken uit de rots welke Christus is. God antwoordt op zijn begeerte. O, hoe zoet is dan Christus voor die dorstige ziel. Hoe zoet is die genade en die vrede voor zo’n dorstige ziel. Zoeter dan honing en honingzeem.
Deze tijd zal zo’n ziel nooit vergeten. „Mijn ziel zal als met smeer en vettigheid verzadigd worden.” Zo ook de Kerk die na al haar verlangen en zoeken ten laatste Hem vond, die haar ziel liefhad. Waarlijk, zij zegt: Ik hield Hem vast, ik liet Hem niet los.O, geliefden, andere maken geen werk van de Goddelijke gunst, Christus en het Evangelie en hebben lust noch smaak daartoe. Alle dingen hebben een aangename smaak en geven een zeer zoete vergenoeging aan een dorstige ziel. Christus Jezus en de genade zijn kostelijk, de verheuging van zijn hart. Het leven van de ziel is de enige aangename vermakelijkheid. Het is de verkwikking van elke ziel die waarlijk dorstig is. Zo is hij ootmoedig dankbaar voor enkele druppels van het water des levens.
Obadiah Sedgwick, predikant te Covent Garden (”De geopende fontein”, 1666)