Een huis vol verhalen
Was het huis aan de IJsselkade bewoond geweest door verschillende families, dan was het in de jaren ’70 misschien wel gesloopt. Maar Margreet Hajee en haar man zijn na de familie die het huis liet bouwen de eerstvolgende bewoners. Dus ademt het oude huis aan de rivier nog net geen eeuw geschiedenis.
Zeven schoorstenen verraden evenzoveel open haarden. Bovendien zijn ze voorzien van kleurige keramische mutsen, die moeten voorkomen dat duiven en eksters zich via de rookkanalen toegang verschaffen tot de hal, de keuken of een van de woonkamers. „Het was eigenlijk een idee van de installateur”, zegt Margreet Hajee. „We hadden net weer een duif in de haard gehad. Dus opperden wij dat er kapjes over de schoorstenen moesten. Die maak jij natuurlijk zelf, suggereerde de installateur. Hij heeft ze er zelf bovenop gezet.”Dat het huis de keramiste inspireert is ook zichtbaar aan de kleurige stoeptegeltjes in de tuin, de keramische figuren of de tegelplateaus in jugendstil aan weerszijden van de ramen in de erker met uitzicht over de IJssel. „We houden erg van dit huis. We denken dagenlang na voor we iets verven, behangen of toevoegen. Want we respecteren de geschiedenis ervan.”
Bom
Die geschiedenis voert terug naar de heer Stoffel, directeur van de houtfabriek die Deventer ooit rijk was. Hij liet zijn huis tussen 1918 en 1920 aan de rivier bouwen. Een strategische plek, want de boomstammen voor de fabriek werden over de IJssel met de stroom mee aangevoerd en verwerkt in de toenmalige houtzaagmolen. Toen Stoffels huis nog het einde van de IJsseldijk markeerde, liep de voortuin over in de oever van de rivier.
Dat het huis nog altijd authentieke houten vloeren, trappen, deuren en lambriseringen rijk is, danken de huidige bewoners aan het feit dat de familie Stoffel het huis tot 1988 bewoonde. „Daarna kochten wij het. Het was bijzonder dat het huis, dat in twee gedeeltes is gebouwd, nog zo origineel was. Het achterste deel kwam klaar in de crisisjaren, rond 1930. Met een zadeldak, hoewel een puntdak de bedoeling was.”
Niet lang geleden belde de dochter, die het huis destijds te koop had gezet, aan. Aarzelend. „Ze heeft hier vijftig jaar gewoond en het is begrijpelijk dat ze bang was dat we er van alles aan veranderd hadden. Nee dus. Zelfs een inkeping die in de vensterbank gesneden was -en we waren eerlijk gezegd van plan die nog eens bij te werken- zit er nog. Ze vertelde dat die erin was gemaakt omdat anders haar vaders bureau niet in dat vertrek paste. Nu we dat weten, laten we de inkeping zitten. Het voegt nog meer toe aan het verhaal dat dit huis ons vertelt.”
Gestoomd perenhout
Een andere vraag waar Margreet Hajee mee zat, was waarom de houten spijlen bij de ramen aan de noordkant ontbraken. „Wij dachten dat het kwam door de regen of door de wind die over de rivier komt. Toen vertelde de vorige bewoonster dat in de Tweede Wereldoorlog naast het huis een bom ontplofte en aan die kant de ramen eruit sloegen.”
Veel is nog origineel. De haarden branden regelmatig, ook in de enorme hal achter de voordeur waar abstracte keramieken van Hajee het in patronen gelegde parket sieren. „Hier achter ons huis heb je arbeiderswoningen, waar nog altijd mensen wonen die vroeger in de houtfabriek werkten. Laatst kwam zo iemand hier. Hij wees op de vloer en zei: Dat daar is gekookt perenhout. Dan ben je verrukt dat je hier mag wonen.”
Vanuit de centrale hal kijk je in de opkamer, waar de directeur destijds de lonen uitbetaalde en Hajee nu haar ontwerpen tekent. Voorbij de opkamer is een balkon, dat uitziet op de hal bij de achterdeur. Een tweede hal, want dit grote huis telt zestien kamers en diverse voorportalen. Vanachter de balustrade vormen twee Mexicaanse poppen een welkomstcomité. „Een heerlijk huis. En in alle kamers wordt geleefd.”
Keramisch werk van Margreet Hajee te zien op www.margreethajee.nl.