Schaduw van Cheney boven proces-Libby
NEW YORK - Het enige dat men na ruim twee weken in het proces tegen Lewis Libby kan zeggen is dat blijkt dat veel mensen in Washington (politici, stafmedewerkers en journalisten) blijkbaar regelmatig last hebben van een zwak geheugen. Tenminste, als men hun getuigenissen rond dit proces mag geloven.
Libby was tot vorig jaar topadviseur van de vicepresident van Amerika, Dick Cheney. Hij wordt ervan beschuldigd gelogen te hebben in het officiële onderzoek naar het lek in Washington dat de identiteit onthulde van Valerie Plame als undercoveragente van de CIA. Plame is de vrouw van oud-ambassadeur Joseph Wilson, die in 2002 ontdekte dat de claim van de regering-Bush dat Saddam Hussein in Niger had geprobeerd om uranium te kopen, niet klopte.Wilson was door de CIA naar Afrika gestuurd om deze kwestie te onderzoeken. De regering-Bush gebruikte de uraniumclaim mede om de geplande invasie van Irak te rechtvaardigen. Wilson meldde in het najaar van 2002 dat deze claim niet klopte, maar de regering hield vol dat Saddam het in Niger had geprobeerd. President Bush herhaalde die beschuldiging zelfs in de State of the Union (regeringsverklaring) in januari 2003.
Begin juli verklaarde Wilson in een commentaar in The New York Times dat de regering-Bush de wereld bewust misleidde over deze kwestie om de invasie van Irak te rechtvaardigen. Daarop volgde grote opwinding in het Witte Huis. Die opwinding richtte zich niet op de misleiding zelf -CIA-chef Tenet bekende al gauw dat hij een foutje had gemaakt- maar de opwinding richtte zich op de onverlaat die de misleiding openbaar maakte.
Valse verklaring
Enkele dagen na Wilsons commentaar schreef columnist Robert Novak dat Wilsons reis naar Afrika waarschijnlijk was geregeld door zijn vrouw Valerie Plame „die als undercoveragente bij de CIA werkt.” Een soort snoepreisje dus en de resultaten van Wilsons onderzoek moesten dientengevolge niet al te serieus genomen worden.
Nu is het bekendmaken van de identiteit van een undercoveragent(e) wettelijk verboden. Wie had daartoe opdracht gegeven?
Er volgde een onderzoek onder leiding van officier van Justitie Patrick Fitzgerald. Hij kwam er niet achter wie de identiteit van Plame had gelekt (dat blijkt achteraf plaatsvervangend minister van Buitenlandse Zaken Richard Armitage te zijn geweest), maar hij kwam wel tot de conclusie dat Cheneys adviseur Libby tijdens dit onderzoek had gelogen. Libby staat nu in Washington terecht voor het „afleggen van valse verklaringen” en voor „ondermijning van de rechtsgang.”
Bij het bewijsmateriaal dat de jury tot nu is voorgelegd, is een opmerkelijk memo van Cheney aan (toenmalig) Witte Huiswoordvoerder Scott McClellan. Die had tegenover de pers gezegd dat president Bush’ adviseur Karl Rove met niemand over Plame had gesproken (hetgeen later niet bleek te kloppen).
McLellan zei echter niets over Libby. Daarop schreef Cheney in een memo aan McClellan „dat wij niet de ene stafmedewerker gaan beschermen, terwijl diegene wordt opgeofferd die de pres.” -vervolgens worden deze laatste twee woorden ”de pres.” doorgestreept- „die werd gevraagd om zijn nek uit te steken.” Heeft ”de pres.” (president Bush) via Cheney Libby opdracht gegeven om Wilsons geloofwaardigheid te ondergraven door de identiteit van Plame te laten onthullen? Of heeft Cheney dat op eigen houtje gedaan?
Tegenspraak
In december kondigde Libby’s advocaat, Theodore Wells, aan dat Cheney tijdens het proces tegen zijn voormalige topadviseur Libby zou getuigen, maar daar heeft de vicepresident volgens de laatste informatie intussen van afgezien. „Het proces komt te dicht bij Cheney en Bush, dus trekt de vicepresident zich terug op veiliger stellingen”, meent advocaat William Binstock in Washington.
De meeste verklaringen die Libby tijdens het vooronderzoek heeft afgelegd zijn intussen -onder ede- tegengesproken door oud-medewerkers van het Witte Huis en journalisten. Het is onduidelijk of advocaat Wells zijn cliënt Libby in zijn eigen proces nog laat getuigen. Doet hij dat niet, dan wordt Libby’s kans op veroordeling alleen maar groter.
De vraag wie opdracht heeft gegeven om Plames identiteit te onthullen blijft voorlopig onbeantwoord. Wordt vervolgd.