Kerk & religie

Voorstel om huwelijk in SoW-kerken niet te regelen

De triosynode van de Samen op Weg-kerken is over de inzegening van het huwelijk en de zegening van andere levensverbintenissen nog steeds zeer verdeeld. Dat bleek vrijdag uit de voorstellen die de synodeleden indienden bij de behandeling van de ordinantie over de eredienst. „Er is geen probleem dat zo moeilijk ligt”, aldus ds. B. Wallet, voorzitter van de werkgroep kerkorde. „Elk element leidt tot emotie.”

Van onze kerkredactie
24 November 2001 01:52Gewijzigd op 13 November 2020 23:17

De triosynode kwam voor publicatie van dit artikel nog niet tot besluitvorming. Ds. G. de Fijter pleitte ervoor zowel het artikel over de inzegening van het huwelijk (artikel 3 van ordinantie 5) als dat over de zegening van andere levensverbintenissen (O. 5.4) te laten vervallen. Opneming van beide artikelen leidt voor velen tot „ernstige gewetensconflicten”, stelde hij. „Weglating van alleen artikel 4 roept gevoelens van discriminatie op.” Op dit punt kreeg hij bijval van de lutherse predikante T. K. van Dam.

Het opnemen van beide artikelen kan leiden tot een scheuring binnen Samen op Weg, veronderstelt hij. De predikant vindt dat er sober en terughoudend gesproken moet worden.

De vormgeving van trouwdiensten en zegenvieringen, die elders in dezelfde ordinantie worden genoemd, wil hij overlaten aan de plaatselijke gemeente. „Voor mezelf val ik voor de invulling terug op het getuigenis van de Schrift en de belijdenis.”

Ds. P. L. de Jong uit Rotterdam vindt het de kerk onwaardig als ze niets zou regelen. „Laat het feit dat er geen eenstemmigheid is uitgangspunt zijn voor het vinden van een oplossing. Laten we regelen waarover we het eens zijn. Dat het huwelijk als een verbond van liefde en trouw voor Gods aangezicht en daarin beeld van de relatie tussen Christus en Zijn gemeente heilig gehouden dient te worden. Laten we daarnaast ruimte geven aan hen die verder willen gaan.”

Schuilplaats
Ds. G. J. van der Togt (hervormd, classis Zoetermeer) stelde voor alsnog een artikel over het huwelijk in de kerkorde in engere zin op te nemen. Tegelijk vindt hij dat de kerk een schuilplaats moet zijn voor homofielen die een zegen verlangen. „Pas ermee op schriftwoorden van toen zomaar toe te passen op nu. Men kan nooit zeggen: Het staat er en daarmee uit.” Er is fijngevoeligheid nodig. Hij vroeg: „Kunnen we het opbrengen een tweede mijl te gaan?”

Ds. H. J. Jansen vindt dat de kerk de overheid moet volgen, die het huwelijk heeft opengesteld voor personen van hetzelfde geslacht. Het artikel over het huwelijk mag wat hem betreft ook voor hen gelden. „De kern van het Evangelie is niet gelegen in het lezen van een aantal teksten aan de rand. Slaven hebben tot de achttiende eeuw moeten wachten op hun bevrijding, vrouwen tot de negentiende eeuw. Moeten homoseksuele medemensen ook nog wachten? We hebben wat goed te maken. Ik schaam mij dat ik deel uitmaak van een instituut dat tegen de kern van het Evangelie van Gods liefde ingaat en dat we een paars kabinet hebben moeten laten voorgaan.”

Binding
Eerder op de avond aanvaardde de triosynode ordinantie 1 over het belijden met 145 stemmen voor en 21 stemmen tegen. De hervormde predikanten D. C. Floor, R. van Kooten en P. Vermeer poogden met een gecombineerd amendement een exclusieve binding aan de belijdenisgeschriften van de gereformeerde traditie voor hervormde gemeenten en gereformeerde kerken mogelijk te maken en een exclusieve binding aan de lutherse belijdenisgeschriften voor de lutherse gemeenten. Hun voorstel haalde het niet. De stemmachine gaf aan dat 22 procent van de synodeleden hiervoor was en 78 procent procent tegen.

Mevrouw ds. S. Freytag, luthers predikant, merkte op dat hun voorstel de lutheranen de mogelijkheid ontneemt zich aan de belijdenisgeschriften uit de gereformeerde traditie verbonden te weten.

Ds. J. Stelwagen, voorzitter van het college van visitatoren-generaal, heeft het gevoel dat het een keer klaar moet zijn als het gaat om het tegemoetkomen aan de bezwaarden. Toch deed hij een „goed woord” voor het voorstel. „Als visitatoren weten we als geen ander dat een niet te verwaarlozen deel van de Hervormde Kerk zich bezwaard voelt. In het laatste gesprek tussen het moderamen en het Comité tot behoud van de Hervormde Kerk bleek weer hoe het probleem is: Kunnen we echt hervormde gemeenten zijn binnen de verenigde kerk?”

In het verleden ging het soort verzoeken als nu gedaan is altijd gepaard met de roep om federatie, merkte ds. Stelwagen op. Gisteren hoorde hij dat niet. „Ik hoop dat dat een gepasseerd station is. Dat zou ik willen honoreren door hun zoveel mogelijk tegemoet te komen.”

De werkgroep kerkorde volgde hem daarin echter niet. Ds. P. van den Heuvel: „Samen in één kerk staan betekent dat we samen staan in één belijden.” De bijzondere verbondenheid aan de belijdenisgeschriften van een van beide tradities betekent volgens hem juist dat de eigen confessionele identiteit een plaats mag hebben.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer