Zo kent de Herder Zijn schapen. Dat betekent dat Hij ze ziet en op hen let. Hij zorgt voor hen. Zijn oog is over hen. De Herder Israëls slaapt niet, omdat Zijn zorg gedurig over hen is. Dit is een voorbeeld voor de opzieners van Zijn kerk. Zij moeten zich niet vergenoegen met de naam, maar moeten de plichten van de goede herder vervullen aan de kudde die aan hun zorg is toevertrouwd. Geen ding, ook hun leven niet, mag dierbaar worden gehouden ten koste van de kudde.Gij, die schapen van Christus bent, erken Hem als uw herder. Houd Hem te zijn de Herder bij uitnemendheid, de herder Israëls, die God aan Zijn volk heeft beloofd. Verblijd u in die Herder en troost u. Verlaat u op zijn liefde. U was een eigendom van de satan, een slachtschaap voor de hel. U dwaalde, eenieder op zijn weg, en het einde kon niet anders zijn als het eeuwige verderf. U bent niet van de wereld en de aarde kent u niet, maar u bent bekend in de hemel. De Zaligmaker kent u en Hij ziet u, Hij slaat u gade in uw noden en Hij let op uw moeilijkheden.

Wat is het dan dat u nog vreest, daar u zo’n Zaligmaker hebt? Duivel, dood en hel vermogen niets tegen de schaapjes van Christus. Bent u weerloos, Hij is gewapend, Hij zal Zijn kudde niet verlaten. Betoon u een goed schaap van deze goede Herder te zijn.

Petrus van der Hagen, predikant te Amsterdam (Verzameling van enige predikatiën, 1681)