Waarom dringt Hij zo ernstig aan bij dorstige zielen om tot Hem te komen? Het is omdat er geen zondaars zijn die meer moed nodig hebben om tot Christus te komen dan zij. Ze zijn met smart beladen, gevoelig voor hun geestelijke toestand. Geen mensen in de wereld die zo gevoelig zijn vanwege hun zonden dan deze. Geen mensen zijn zo gebroken in hun geweten als deze die zo’n zware last gevoelen. Geen mensen hebben zo’n ongelovige vrees als deze. Geen personen zijn gereder om door ingevingen van de satan bespot te worden; om zeer harde gedachten van Gods barmhartigheid en liefde te hebben en om alleen te zien op Gods rechtvaardigheid en op het verbond der werken.Daarom roept Christus zo ernstig uit: „O, alle gij dorstigen…” Niemand kan zo vol medelijden en ontferming zijn als Christus. De ingewanden der barmhartigheid zijn zelfs in Hem. Hij heeft tedere ontferming betoond aan bedrukte lichamen. Zoals Hagar met haar kind in de woestijn zou vergaan zijn als God haar ogen niet had geopend om een waterfontein te zien.

Obadiah Sedgwick, predikant te Covent Garden (”De geopende fontein”, 1666)