Opinie

Saddam snel uitschakelen

Als de Verenigde Staten niet besluiten tot een aanval op Irak, zullen de problemen alleen maar groter worden, stelt Cal Thomas.

20 August 2002 08:40Gewijzigd op 13 November 2020 23:45
In de Verenigde Staten is een debat gaande over de vraag of het regime van de Iraakse leider Saddam Hussein wel of niet omvergeworpen moet worden. De meningen zijn verdeeld. - Foto EPA
In de Verenigde Staten is een debat gaande over de vraag of het regime van de Iraakse leider Saddam Hussein wel of niet omvergeworpen moet worden. De meningen zijn verdeeld. - Foto EPA

Hij pleit voor een snelle omverwerping van het regime van Hussein. De Iraakse president zint namelijk nog altijd op wraak voor de vorige Golfoorlog waarin hij door de VS werd verslagen. Niet aanvallen, betekent verder het uitlokken van nieuwe (terroristische) aanslagen in de Verenigde Staten en in Israël. Een van de punten van kritiek na de terroristische aanval op Amerika van 11 september was dat we die aan hadden moeten zien komen. Een preventieve actie had de terroristen ervan kunnen weerhouden onze vliegtuigen te kapen en onze mensen te vermoorden, beweerden critici.

We hebben nu een nieuwe kans om -misschien zelfs ergere- aanvallen op ons volk en onze vrijheden te voorkomen door de Iraakse dictator Saddam Hussein zijn macht te ontnemen, voordat hij massavernietigingswapens aanwendt tegen Israël en mogelijk de Verenigde Staten.

Recent hebben adviseurs van voormalig president Bush sr. de huidige president openlijk aangeraden Saddam niet aan te vallen. Dat zijn mensen -onder wie de voormalige nationale veiligheidsadviseur Brent Scowcroft- die de gewezen president aanraadden zich in de Golfoorlog te beperken tot het verdrijven van Saddams strijdkrachten uit Koeweit en geen poging te wagen Saddam ten val te brengen. Dat was een goed advies, is het niet?

Gelukkig is de huidige nationale veiligheidsadviseur, Condoleezza Rice, het niet met haar mentor eens. Vorige week, in een interview voor de omroep BBC, noemde Rice Saddam „slecht” en zei ze dat de wereld verplicht is hem zijn macht te ontnemen of anders onvermijdelijk te maken zal krijgen met wereldwijde verwoesting, geleid door zijn regime.

Het lijkt alsof we sinds de dagen van Franklin Roosevelt in een situatie terechtgekomen zijn waarin sommigen het bestrijden van kwaad meer vrezen dan het kwaad zelf. Roosevelt zei nog: „Het enige waar we voor moeten vrezen is de angst zelf.”

Debat
President George W. Bush heeft de juiste houding. Toen hij vrijdag in gesprek was met journalisten noemde hij het publieke debat over wat te doen tegen Saddam Hussein „gezond”, maar hij voegde eraan toe: „Amerika moet weten dat ik een beslissing zal nemen (wel of niet een oorlog beginnen) die gebaseerd is op de meest recente informatie van de veiligheidsdienst en de vraag hoe we ons eigen land plus onze vrienden en bondgenoten het beste kunnen beschermen.”

In de nasleep van 11 september waarschuwde de president dat de oorlog tegen het terrorisme lang zou duren en een hoge prijs zou hebben. Vrijheid is niet goedkoop en een oorlog om Saddam Hussein ten val te brengen kost meer dan een uitverkoopje. Maar bij iedere beslissing betreffende oorlog moeten de voordelen en consequenties op de lange termijn in overweging genomen worden.

Niemand ontkent dat de wereld beter en veiliger zou zijn als iemand anders dan Saddam Hussein aan het hoofd stond van de Iraakse regering. Ook Brent Scowcroft niet.

Saddam gaat niet reageren op ook maar één westerse oproep tot inspecties of onderhandelingen. We weten al wat zijn doelstellingen zijn en dat die niet het goede voor ons of de wereld zoeken.

Israël
Op 7 juni 1981 vernietigde Israël Saddams nucleaire faciliteiten in Osirak, ten zuiden van Bagdad. De bijna voltooide Tammuz-1-reactor was gebouwd door de Fransen. Europese landen, die geweigerd hadden zichzelf tegen Hitler te wapenen (zodat de Verenigde Staten ze tegen een zeer hoge prijs moesten bevrijden), gingen door met het sluiten van onderhandse deals met Saddam, terwijl ze hun zogenaamde Amerikaanse ”bondgenoot” bekritiseerden, omdat die erover dacht het Iraakse volk van Saddams ijzeren greep te bevrijden.

De Israëlische regering poneerde in 1981 de stelling dat er bewijs was dat de Tammuz-1-reactor „ontworpen was om atoombommen te maken” en dat „het doel van zulke bommen Israël zou zijn.” Europese leiders en zelfs de Verenigde Staten bekritiseerden de aanval. Maar wie durft eraan te twijfelen dat als Saddam zijn werk af had kunnen maken, Israël nu een radioactieve parkeerplaats zou zijn geweest?

Geen leider met enig verantwoordelijkheidsgevoel gelooft dat Saddam is veranderd. Of hij nu uitgerust is met nucleaire, biologische of chemische wapens, hij blijft een gevaar voor de wereld. Zelfs de vredelievende Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Shimon Peres, zei vorige week op CNN: „Het probleem is nu niet óf, maar wannéér (Saddam zijn massavernietigingswapens zal gebruiken).” Peres voegde eraan toe dat, terwijl Saddam nu aanvallen „best gevaarlijk zou kunnen zijn, het uitstellen van de aanval nog gevaarlijker zou zijn” omdat „hij dan nog meer wapens zal hebben.”

Na het weekend verzachtte Peres zijn standpunt door te verklaren dat hij geen druk op de regering van Bush uit wilde oefenen om Irak aan te vallen en dat de timing van zo’n aanval een beslissing van de VS zou zijn.

Vernederen
Saddam Hussein wil wraak nemen voor de vernedering die hij leed onder voormalig president Bush sr. door de zoon van Bush te vernederen. Een man die in staat is zijn eigen volk te vergassen en van plan was voormalig president Bush sr. te vermoorden, zal zich er door niets van laten weerhouden zich van zijn slechte triomfen te verzekeren.

Het is de taak van Amerika, zelfs als we het alleen moeten doen, om ervoor te zorgen dat hij daar niet in slaagt.

De auteur is buitenlandcommentator en publiceert columns voor kranten in de Verenigde Staten en daarbuiten.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer