Nederland moet duidelijk zijn over rookverbod
De Europese Commissie pleitte vorige week voor een totaal rookverbod in publieke ruimten zoals cafés en restaurants. Dr. Lies van Gennip vindt dat ook Nederland snel duidelijkheid moet verschaffen op dit punt.
Eurocommissaris Kypriano (Gezondheid) stelde vorige week dat meeroken een ernstig gezondheidsprobleem is in Europa. Het draagt bij aan sociaaleconomische gezondheidsverschillen, het leidt tot flinke economische kosten door verminderde arbeidsproductiviteit en gezondheidskosten. De totale kosten worden geschat op 1 à 1,4 procent van het bnp. Kypriano adviseert daarom een geheel verbod op roken in afgesloten werkruimten en publieke ruimten.Een van de vragen die Kypriano stelt, is op welke wijze de Europese Unie kan bijdragen om dit doel te bereiken. Tot 1 mei kunnen landen, organisaties en Europese burgers reageren. Het is dus nog afwachten welke positie de Europese Unie op dit punt zal innemen. Wat die positie ook wordt, Nederland kan uit deze gegevens al conclusies trekken. De eerste is dat de ernst van de schade door meeroken van die mate is dat de eurocommissaris tot zo’n vergaand advies komt. De tweede is dat het draagvlak in Europa voor de rookvrije werkplek en de rookvrije horeca zo groot is dat hij dit advies kan poneren.
Wat de rookvrije horeca betreft, loopt Nederland beslist niet voorop. Uit ervaringen in diverse landen blijkt dat zo’n rookverbod moeiteloos kan worden ingevoerd. Overal in Europa komt de weerstand -net als in Nederland- vooral vanuit de tabaksindustrie en de horecabranche. De horecabranche vreest omzetverliezen. Uit een internationale vergelijking van 97 studies hierover is echter geen negatief effect op de horeca gebleken.
Kypriano concludeert bovendien dat rookvrij beleid populair is in Europa. De Europese cijfers over Nederland zijn op dit punt overigens al wat gedateerd. Recenter onderzoek van TNS NIPO (november 2006) laat zien dat 65 procent van de horecabezoekers voor een rookvrije horeca is en dat 58 procent die snel ingevoerd wil zien.
Zelfregulatie
In Nederland is gekozen voor een zelfregulatiemodel (stappenplan) waarbij de horeca geleidelijk, van 2004 tot en met 2008, rookvrije zones invoert. In vergelijking met andere landen is dat wel een erg lange gewenningsperiode (in Frankrijk bijvoorbeeld is een overgangsperiode van maar elf maanden voorzien). Bovendien kan in het Nederlandse model een rookvrije zone worden gecreëerd door op een tafeltje een bordje ”niet roken” te zetten. Zelfs per 1 januari 2009 krijgen we in Nederland zo dus niet een rookvrije horeca, zoals bedoeld door Kypriano. En zelfs deze lichte afspraken kan de horeca niet nakomen. In juni 2006 bleek dat zeven van de tien doelstellingen over 2005 niet zijn gehaald.
Het mislukken van de zelfregulatie in Nederland is niet bijzonder. Kypriano’s rapport laat zien dat zelfregulatie ook in andere Europese landen is mislukt. In Engeland bleek bijvoorbeeld na vijf jaar zelfregulatie nog maar 1 procent van de bars rookvrij te zijn. Europese ervaringen laten zien dat de invoering het best wettelijk en over de hele linie kan plaatsvinden, zonder uitzonderingen. Dan ook is handhaving eenvoudiger.
Kortom, waarom scheppen we in Nederland niet snel duidelijkheid? Nu wordt de horeca onder druk gezet om investeringen te doen in ventilatiesystemen die straks overbodig zijn. In het belang van de horeca, zijn werknemers en bezoekers: waarom nog langer uitstellen?
De auteur is directeur-bestuurder van Stivoro, voor een rookvrije toekomst.