Binnenland

„Richtlijn abortus kan nog jaren kosten”

UTRECHT - Hoewel voor- en tegenstanders van abortus elkaar zaterdag tijdens een gezamenlijk symposium overwegend hoffelijk bejegenden, bleven tastbare resultaten van de ontmoeting uit. „We hebben twintig jaar met de vuisten tegenover elkaar gestaan. Dat trek je niet in een middag recht.”

Van onze verslaggever
5 February 2007 11:08Gewijzigd op 14 November 2020 04:29

Het symposium over huisartsen en abortus verloopt anders dan het programma vermeldt. Vrij onverwacht en zonder duidelijke opgaaf van redenen lieten de huisartsen -de doelgroep waar het eigenlijk om draaide- nadat de uitnodigingen al verstuurd waren, weten niet te komen.Dat bleef niet zonder gevolgen. Abortusartsen en gynaecologen lieten de organisatoren weten een discussie met louter prolifeorganisaties over huisartsen zonder huisartsen als een nutteloze bezigheid te zien, waardoor hun inbreng zich zaterdag beperkte tot het houden van een voordracht. Bij het rondetafelgesprek dat had moeten gaan over de vraag in hoeverre een gespreksrichtlijn voor huisartsen de kwaliteit van de hulpverlening kan verbeteren, lieten zij ook verstek gaan. Dit programmaonderdeel kreeg daardoor vooral het karakter van een intern beraad. Tussen uitsluitend prolifeorganisaties, welteverstaan.

Dagvoorzitter dr. D. J. Bakker maakt aan het begin van de bijeenkomst duidelijk de niet-prolifeorganisaties, namelijk de beroepsvereniging van gynaecologen en het genootschap van abortusartsen, zo serieus te willen nemen als maar kan. Al tijdens de forumdiscussie, die de afgevaardigden van de gynaecologen en abortusartsen nog wel willen meemaken, gaat hij de wenselijkheid van een eventuele gespreksrichtlijn aan de orde stellen, zo laat hij de aanwezigen weten. „Het zou niet aardig zijn als de organisaties die ’s middags weg moeten daarover hun mening niet kunnen geven.” Dankzij die benadering krijgt de bijeenkomst toch nog een beetje het karakter van een gemeenschappelijk overleg.

Voorafgaand aan dat slotdebat blikt hoogleraar H. Jochemsen terug op het rapport dat hij vorig jaar namens het Lindeboom Instituutxx presenteerde. De psychosociale gevolgen bij vrouwen die een abortus hebben ondergaan, staan daarin centraal. Bij een aantal van deze vrouwen is de reactie op een zwangerschapsafbreking duidelijk positief, rapporteert de ethicus die met zijn medewerkers een stapel internationale studies bestudeerde. Naar schatting 3 tot 28 procent van deze vrouwen kampt echter met vrij ernstige vormen van depressiviteit, schuldgevoelens, angst, verdriet of spijt.

Gynaecologe G. Kleiverda, sprekend namens de beroepsvereniging van gynaecologen, maakt gehakt van Jochemsens referaat en zijn rapport. Sterker nog, „de inhoud ervan was voor mij mede reden om bij het middagdeel verstek te laten gaan”, klinkt het bits. Kleiverda verwijt Jochemsen „heel selectief” te hebben gezocht naar negatieve gevolgen van abortus. Ook zou hij hebben „verzwegen” dat bepaalde psychische stoornissen bij vrouwen die nooit een zwangerschap hebben laten afbreken soms veel vaker voorkomen dan bij vrouwen uit dezelfde leeftijdsgroep die wel een abortus hebben ondergaan. Verder zou Jochemsen de causale relatie tussen een abortus en een stoornis „versimpeld” hebben weergegeven en studies die zouden aantonen dat abortussen juist kunnen bijdragen aan het voorkomen van depressies hebben „genegeerd.”

Abortusarts W. Beekhuizen, woordvoerder van het Nederlands Genootschap van Abortusartsen, is milder, maar ook voorzichtig. Over het rapport van Jochemsen kan hij nog niets zeggen, maar de werkgroep die onder zijn voorzitterschap al bezig is met het opstellen van richtlijnen voor abortusartsen zal het „zeker bestuderen”, verzekert hij.

Hoewel de voor- en tegenstanders van abortus elkaar tijdens het slotdebat overwegend hoffelijk bejegenen, raakt de doelstelling van de middag, namelijk een gezamenlijk initiatief om de hulpverlening rond abortus te verbeteren, steeds verder uit zicht. „Henk, dat komt later, nu even niet”, maant Bakker als Jochemsen en Kleiverda hun gedachtewisseling een-op-een vervolgen. Wel krijgt de ethicus ruim de gelegenheid zijn rapport te verduidelijken. Hij heeft niet alle gevolgen van abortus in kaart willen brengen en ook niet willen aantonen dat van alle genoemde stoornissen een abortus de enige oorzaak is. „Het rapport beantwoordt vooral de vraag: Als er na een abortus negatieve reacties optreden, hoe zien die er dan uit?”, verduidelijkt hij.

Is na de bijeenkomst de hoop op een gezamenlijke vervolgactie vervlogen? Bakker: „Nee, want een richtlijn kan zo vijf, zes jaar kosten. We hebben twintig jaar met de vuisten tegenover elkaar gestaan. Dat trek je niet in een middag recht.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer