Goede Herder
De schapen waarover onze tekst spreekt, zijn diegenen die Christus gegeven zijn om te verlossen en zalig te maken. Zij zijn door God verordineerd om Zijn schapen te zijn. Want door het stellen van Zijn leven voor hen, moet Hij ze nog kopen en uit de kracht van die koop door Zijn Geest eigenen. Nu, voor hen alleen stelt Hij zijn leven. Hij geeft zich gaarne in hun plaats aan de dood over, om hen te verlossen uit de muil van de helse leeuw en te betalen voor hun zonden en om vergeving van zonden te verkrijgen en een recht op het eeuwige leven.Jezus stelt Zijn leven voor de schapen, voor de bokken stelt Hij zijn leven niet. Hij is ook geen Herder van leeuwen, beren en tijgers, maar van schapen. De goddelozen zijn Zijn eigendom niet. Hij zegt ook niet: Ik wandel Mijn schapen voor, Ik geef hun een goed voorbeeld. Nee, Hij zegt: Ik stel Mijn leven voor hen. Daarom, in de dood van Christus is niet alleen een voorbeeld van gehoorzaamheid, maar ook de voldoening voor onze zonden.
Dit doet Jezus omdat Hij de Vader kent. Hij kent het gebod dat de Vader Hem heeft gegeven. Dat wil Hij gehoorzamen. Hij is de Herder die Zijn schapen zalig maakt. Hij zegt: „Ik stel Mijn leven voor Mijn schapen.” Ziedaar Jezus, Die bewezen heeft de goede Herder te zijn, een voorbeeld om na te volgen door alle herders en voorgangers.
Petrus van der Hagen, predikant te Amsterdam (Verzameling van enige predikatiën, 1681)