Ook in Maastricht bestaan vergevorderde plannen voor zo’n school voor kinderen met een IQ boven de 130. Toelating van de kinderen gebeurt na een speciale test, waaruit ook moet blijken of de kinderen creatief kunnen denken en doorzettingsvermogen hebben.Hendrickx verwacht dat de school in Venlo tachtig tot honderd leerlingen van 4 tot 11 jaar kan vormen. Het lesprogramma bestaat onder meer uit Engels, Spaans, techniek, filosofie en training in sociale vaardigheden.

Een belangrijk verschil met andere soortgelijke initiatieven in Nederland is dat in Limburg ook hoogbegaafde kinderen van bijvoorbeeld bijstandsmoeders op een zogenoemde Leonardoschool terechtkunnen. Hendrickx zegt dit onder meer te kunnen bereiken door sponsoring door het bedrijfsleven.
„Onze opzet is een school voor alle hoogbegaafde kinderen, ongeacht hun sociale achtergrond” zegt Hendrickx. Elke klas telt zestien leerlingen. De initiatiefnemers zoeken naar ministeriële erkenning van de Leonardoschool als een vorm van speciaal onderwijs. „Dan krijgen we meer geld, zodat we de groepen kleiner kunnen maken”, aldus Hendrickx. De belangstelling voor aanmelding is groot, zei Hendrickx. „We krijgen in Venlo zelfs verzoeken uit Heerlen.
De Leonardoschool wordt opgezet in samenwerking met bestaande basisscholen, zodat geen aparte vergunningen nodig zijn. Na Maastricht en Venlo moeten over anderhalf jaar nieuwe Leonardoscholen komen in nog vijf andere Limburgse steden.

Toch is directeur Hooft van het Landelijk Informatie Centrum Hoogbegaafdheid niet blij met het initiatief. Volgens haar worden slimmeriken buiten de maatschappij geplaatst als zij naar een speciale basisschool gaan. Dat terwijl het opbouwen van sociale vaardigheden juist heel belangrijk is bij hoogbegaafde kinderen.

Bovendien zijn de speciale scholen steeds minder nodig, omdat leraren meer oog krijgen voor kinderen die boven de rest uitsteken. Hooft stelt verder dat ontevreden ouders geregeld scholen opzetten voor deze kinderen, maar dat de meeste initiatieven mislukken door bijvoorbeeld de hoge onderwijskosten.

De Leonardoschool wil dit dus onder andere ondervangen door samenwerking met bedrijven. Het onderwijs wordt opgezet in samenwerking met bestaande basisscholen, zodat geen aparte vergunningen nodig zijn. Na Maastricht en Venlo moeten over anderhalf jaar nieuwe Leonardoscholen komen in nog vijf andere Limburgse steden.

In Nederland zijn naar schatting maximaal 45.000 kinderen in het basisonderwijs hoogbegaafd. Zij vallen nu vaak buiten de boot, omdat ze de lessen en medeleerlingen saai vinden en afhaken. Ze gaan vaak met tegenzin naar school of krijgen lichamelijke klachten. De school in Venlo kan vissen uit een vijver van 400 tot 600 kinderen uit de regio, aldus Hendrickx.