Zware tijden voor Bush
Voor de zevende keer heeft George W. Bush dinsdagavond de State of the Union uitgesproken. De jaarlijkse toespraak van de Amerikaanse president valt enigszins te vergelijken met de Troonrede in Nederland. De regering ontvouwt de plannen en het parlement luistert beleefd en welwillend toe.
Van dat laatste was dinsdagavond duidelijk minder sprake dan in voorgaande jaren. Voor het eerst heeft Bush te maken met een Congres waar de Democraten, zijn politieke tegenstanders, de meerderheid hebben. Voorheen domineerden de Republikeinen op Capitol Hill. Het verschil in sfeer viel volgens waarnemers af te leiden uit het beperkter aantal keren dat er werd geapplaudisseerd. De Democratische meerderheid liet de president voelen dat ze een andere koers wensen.Ook al zegt Bush met het onverbeterlijk optimisme dat bijna elke Amerikaan aankleeft dat zijn rede positief is ontvangen, tegenover zijn vrouw Laura zal hij ongetwijfeld zijn teleurstelling hebben uitgesproken. De president is gedwongen toenadering te zoeken tot de Democraten wil hij beleid kunnen maken.
In die opzet is hij dinsdag niet geslaagd. Onder druk van de Democraten kondigde Bush eind vorig jaar een andere strategie in Irak aan. Door het sturen van 21.000 soldaten extra naar Bagdad wil de president binnen afzienbare tijd stabiliteit in het land brengen, zodat de Amerikanen kunnen terugtrekken. Dinsdag vroeg hij het Congres vooral geduld te hebben en de nieuwe strategie kans van slagen te geven. Het is maar de vraag of hem die tijd wordt gegund. De Democratische senator Jim Webb verklaarde dat de aanpak veel radicaler moet veranderen, zodat de troepen snel naar huis konden keren. Kortom, de politieke tegenstanders zien weinig in de plannen van de president.
Datzelfde geldt voor de beleidsvoornemens die Bush presenteerde op het terrein van de binnenlandse politiek. Zijn plannen voor de gezondheidszorg, onderwijs, immigratie en het begrotingstekort kregen weinig instemming.
Zeker de eerste twee thema’s behoren tot de speerpunten van de Democraten. Maar de ideeën die Bush presenteerde brachten de handen van de politiek tegenstanders nauwelijks op elkaar.
Dat gebeurde wel bij zijn opmerkelijke uitspraken over dreigende milieuproblemen en zijn streven om binnen tien jaar het gebruik van benzine in de VS met 20 procent te verminderen. Vorig jaar zei Bush nog dat de Amerikanen olieverslaafd waren, zonder dat hij toen maatregelen aankondigde om hen te laten afkicken. Op dat punt is hij nu veranderd.
Op zichzelf is dat positief, want de ongebreidelde olieconsumptie in Amerika is een belangrijke factor voor het wereldwijde milieuprobleem. Toch heeft de aankondiging van de president iets te doen aan het energiegebruik slechts beperkte betekenis. Veranderingen op dit terrein inzetten aan het begin van de avond van het presidentschap is laat. Waarschijnlijk te laat om substantiële wijzigingen door te voeren en zeker te laat om het negatieve imago dat Bush inmiddels in de publieke opinie heeft bij te stellen. Bush gaat een zware laatste periode tegemoet.