Stralingsbelasting niet gestegen
DEN HAAG - De gemiddelde stralingsbelasting van de Nederlandse bevolking is de afgelopen vijftien jaar door onder meer de kernramp in Tsjernobyl niet gestegen.
Dat stelt de Gezondheidsraad in een woensdagmorgen verschenen rapport over ioniserende straling. Het is na 1991 het eerste rapport over stralingsbelasting en gebaseerd op voortschrijdend wetenschappelijk inzicht, onder meer in de gezondheidstoestand van inwoners van Japan die de atoombomaanvallen hebben overleefd.De gemiddelde effectieve jaardosis waaraan een Nederlander nu blootstaat (2,5 milliSievert) verschilt niet wezenlijk van vroegere blootstellingswaarden. De grootste bijdrage wordt geleverd door radongas uit bouwmaterialen -daar wordt tegenwoordig licht radioactief vliegas uit verbrandingsovens bij gemengd- en medische diagnostiek. In de laatste categorie staan CT-onderzoek van de buik, hart- en vaatonderzoek (angiografie) en inwendig radiologisch onderzoek boven aan de ranglijst. In de medische diagnostiek zouden mensen aan minder straling kunnen worden blootgesteld, stelt de raad.
Blootstelling aan straling geeft op lange termijn vooral een verhoogde kans op kanker. Het is volgens de Gezondheidsraad echter niet mogelijk om dergelijke gevallen van kanker te onderscheiden van spontaan optredende kankers. Uit de recente onderzoeken blijkt dat het risico hoger is voor jongeren dan voor ouderen en dat vrouwen een hoger risico lopen dan mannen, aldus de Gezondheidsraad.
Piloten en cabinepersoneel staan boven aan de lijst van werknemers die tijdens hun werk de meeste straling opdoen (1,34 milliSievert), in dit geval kosmische straling tijdens een vliegreis.
De extra stralingsdosis leidt overigens niet tot een toegenomen kankerrisico onder vliegpersoneel, zo blijkt uit onderzoek. Een hoger aantal gevallen van huidkanker onder piloten en stewardessen brengen de onderzoekers in verband met hun gewoonte om in hun vrije uren verhoudingsgewijs veel te zonnen.
De jaarlijkse gemiddelde dosis straling afkomstig van radon waaraan de Nederlandse bevolking wordt blootgesteld, ligt op ongeveer 30 becquerel per kubieke meter (becquerel is een maat voor radioactiviteit in voedsel, lucht en water). Uit de jongste gecombineerde gegevens van 17 onderzoeken komt naar voren dat het risico op longkanker significant toeneemt tussen 50 en 250 Becquerel per kubieke meter. De Gezondheidsraad heeft bouwondernemend Nederland in 2004 laten weten dat de hoeveelheid radonstraling uit bouwmaterialen niet verder mag toenemen.
Uit de onderzoeken volgt dat de extra kans op longkanker op 75-jarige leeftijd bij radonconcentraties van 0, 100 en 400 becquerel per kubieke meter voor niet-rokers respectievelijk 0,4, 0,5 en 0,7 procent bedraagt. Roken en radon vormen een gevaarlijk duo. Rokers lopen een 25 maal hoger extra risico (10, 12 en 16 procent).
In totaliteit wordt radon verantwoordelijk geacht voor ongeveer 2 procent van de kankersterfte in Europa.