Kerk & religie

„Kerk hóórt recht en gerechtigheid na te streven”

UTRECHT - Het is nog niet zo lang geleden dat er in brede lagen van de Hervormde Kerk weerstand bestond tegen het Werelddiaconaat van deze kerk. Inmiddels is die goeddeels verdwenen, constateert ds. G. Boer (61). „Al leeft het nog steeds te weinig.” Gisteren nam hij afscheid als hoofd buitenland van Kerkinactie.

A. de Heer
19 January 2007 10:10Gewijzigd op 14 November 2020 04:27
UTRECHT – Aan de „veelzijdige loopbaan” van ds. G. Boer (61) is een einde gekomen. Ter gelegenheid van zijn afscheid als hoofd buitenland van Kerkinactie (de zendings en diaconale tak van de Protestantse Kerk) werd gistermiddag in de Utrechtse Jacobikerk
UTRECHT – Aan de „veelzijdige loopbaan” van ds. G. Boer (61) is een einde gekomen. Ter gelegenheid van zijn afscheid als hoofd buitenland van Kerkinactie (de zendings en diaconale tak van de Protestantse Kerk) werd gistermiddag in de Utrechtse Jacobikerk

Eigenlijk had hij, gezien de zwaarte van zijn functie, al eerder met pensioen willen gaan. „Maar het was beter om het nog even uit te stellen. We kregen te maken met directiewisselingen binnen het Protestants Dienstencentrum, en het traject naar nauwere samenwerking tussen Kerkinactie en ICCO was ook nog niet afgerond.”Donderdag nam Kerkinactie, de zendings- en diaconale tak van de Protestantse Kerk, officieel afscheid van haar hoofd buitenland.

Molukse acties
Diens „veelzijdige loopbaan” begon in 1970, op Ambon. Namens de Gereformeerde Zendingsbond werd ds. (Bert) Boer uitgezonden als docent aan de theologische faculteit van de Molukse Protestantse Kerk daar.

Het waren de jaren van de Molukse acties in Nederland - twee treinkapingen, geweld in Molukse wijken. „Toen ik in 1977 terugkwam, zei de hervormde synode: „Beste Boer, als jíj vanuit de kerk niet zou gaan proberen contact te leggen met de Molukkers, wie zou het dan doen?” En ineens gebeurde er toen wat in mij.”

Vier jaar lang was hij vervolgens predikant voor het contact tussen Molukse en Nederlandse kerken. „Toen ben ik er door schade en schande achter gekomen dat het niet helpt om onrecht dat mensen, in dit geval Molukkers, is aangedaan, met algemene christelijke waarheden en een soort geestelijke zalf te behandelen. Maar dat onrecht aan het licht gebracht en bestreden moet worden.”

In 1981 werd ds. Boer hoofd van het hervormde werelddiaconaat, enkele jaren later hoofd van het „hele diaconaat” van de Hervormde Kerk. Sinds 1997 is hij hoofd buitenland van Kerkinactie. Daarnaast bekleedde de predikant verschillende bestuursfuncties, onder meer in het kader van de Wereldraad van Kerken. De afgelopen twee jaar was hij ook voorzitter van de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO).

Weerstand
„Toen we, begin jaren ’80, met het werelddiaconaat begonnen”, zegt ds. Boer, „was daar in de breedte van de kerk weerstand tegen. Heel goed herinner ik me nog een voorlichtingscampagne uit die tijd, met als slogan ”Armoede is onrecht”. Daar kwam toen veel reactie op. Mensen hebben geen rechten, was het; mensen moeten van Gods genade leven. Dus: diaconie is neerbuigende liefde, armen mogen blij, dankbaar zijn als ze iets van de diaconie, van medemensen krijgen. Maar wat hier gebeurt, is dat mensen op de stoel van God gaan zitten.”

Calvijn helpt ons hier uit te komen, zegt hij. „Wat voor God geldt, is niet hetzelfde als wat voor mensen onderling geldt. Wat coram Deo, voor Gods aangezicht, voor allen geldt is: de zondaar moet het van genade hebben. Coram hominibus gelden de geboden Gods voor alle mensen: zij hebben recht en gerechtigheid na te streven.”

Geleidelijk aan hebben de kerken, hebben individuele kerkleden hier meer oog voor gekregen, stelt ds. Boer vast. „Ik denk dat we hierin een stukje educatief werk hebben mogen verrichten. Armoedebestrijding, het bevorderen van vrede en gerechtigheid, het werken aan een beter klimaat: het hóórt bij kerkzijn, onlosmakelijk. Dat is geen horizontalisme, maar de horizontale uiting van de verborgen omgang met God.”

Maar, al te vaak is gebleken dat een te sterke nadruk op het horizontale de aandacht voor die verticale lijn kan verdringen.
„Horizontaal, verticaal: het zijn woorden die bijna als een sjibbolet zijn gaan functioneren. Als je soms ook maar de indruk wekte dat je begaan was met de armoede elders op de wereld, als je maar éven te dichtbij kwam, dan was je horizontalistisch. Of links, ook zo’n woord. Daarin heeft Bijbelgetrouw Nederland zichzelf echt tekortgedaan.”

Recent zegde Kerkinactie haar lidmaatschap van de United Civilians for Peace op, waar het accent te sterk op kritiek op Israël was komen te liggen. Dat deed goed.
„Dat is mijn besluit geweest. Waarmee we níét hebben willen aangeven dat UCP alles fout doet. Kerkinactie blijft ook op projectbasis met UCP samenwerken. Wat ons als het gaat om Israël voor ogen staat, is een kritische houding vanuit solidariteit.”

Sterk wist u zich betrokken bij de situatie in Indonesië en in Zuid-Afrika. Hoe staat het er voor?
„Indonesië is het grootste moslimland ter wereld dat geen islamitische staat is geworden. En zoals het nu gaat, wordt het dat ook niet, wordt het steeds democratischer. Waarmee ik niet zeg dat er geen problemen zijn, integendeel. Er zíjn groepen extremistische moslims die problemen veroorzaken. Kijk, elk land telt zo’n 15 procent extremisten. Nederland, Indonesië ook. Maar 15 procent betekent in Indonesië wel 30 miljoen mensen.

Wat Zuid-Afrika betreft, daar neem ik veel grotere problemen waar. Ik zal niet zeggen dat de situatie er explosief is. Maar het is er bepaald geen gelopen race.”

Onvermijdelijke vraag: In hoeverre werkt het gedachtegoed van uw vader, de bekende ds. G. Boer, in uw denken nog door?
„Ik ben heel erg een zoon van mijn vader, al ben ik kerkelijk andere wegen gegaan. Mijn vader - hij zei het nooit, maar diep in zijn hart had hij liever gehad dat ik in zijn voetspoor als Gereformeerde Bondsprediker was voortgegaan. Maar tijdens mijn studie zijn mijn ogen opengegaan voor Gods werk in de wijde wereld. Toen ik hem uitlegde dat ik naar het zendingsveld wilde, stond hij daar vierkant achter. Zelfs tegenover iemand als dr. W. Aalders.

Aalders, ja, hij kwam wel eens bij ons. Op een keer vertelde ik hem dat ik de zending in wilde. „Bert”, zei hij, „jij? Ik snap dat niet. De Heere God heeft de volken verlaten, en Zijn zinnen op Europa gezet.” Toen ging er bij mij een knop om - en wilde ik júíst de zending in. En mijn vader steunde mij daarin. Overigens zijn hij en dr. Aalders wel vrienden gebleven.

Als het gaat over de manier waarop ik predikant op Ambon ben geworden, nota bene als 25-jarige, of later predikant voor de contacten met de Molukken, denk ik achteraf: Dat is geen toeval geweest. Dat is de leiding van God geweest. Ik heb nooit aan carrièreplanning gedaan, maar God gaat onverwachte wegen met je. Dat heeft mijn vader in zijn leven ervaren, toen hij -bijvoorbeeld- van de prachtige Sint-Janskerk in Gouda naar het dorp Lunteren moest. Iedereen raadde het hem af. En toch moest hij, en hij kon het nog uitleggen ook. Daar zie ik in mijn leven wel wat van terug.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer