De vijf worden verdacht van deelname aan een criminele organisatie. Vanuit Zwolle zou het stel zich in de wijde regio van onder andere Kampen, Genemuiden, Staphorst en Apeldoorn hebben beziggehouden met het exploiteren van hennepplantages.Toen de bende werd opgerold werd er bijna 20 kilo hennep gevonden. De 37-jarige Zwollenaar M. H., zijn zoon D. H. (18) en een werknemer van zijn winkel, de 40-jarige G. H., worden gezien als hoofdverdachten. Ze worden verdacht van betrokkenheid bij de exploitatie van twintig wietplantages, stekkenverkoop en de handel en in- en verkoop van wiet.

M. H. en G. H. worden daarnaast verdacht van het bezit van hennep. De zoon zou ook samen met zijn vader een vuurwapen hebben gehad. De politie trof het wapen aan in het plafond van de growshop waarvan de vader eigenaar is.

De man leidde vermoedelijk vanaf 2002 de organisatie en gebruikte volgens de officier van justitie zijn winkel als dekmantel. De vader zou mensen in geldnood afhankelijk van zich maken door hun geld te lenen en de mensen een hennepkwekerij te laten beheren. De oogst verkochten zij aan hem. Als de energieleverancier zou ontdekken dat de kwekers stroom aftapten, beloofde hij de kosten te betalen.

De zoon hoorde een gevangenisstraf van achttien maanden tegen zich eisen, waarvan zes maanden voorwaardelijk.

De advocaat van derde verdachte,G.H., zei over zijn cliënt dat die onmogelijk een leidinggevende figuur in de hennephandel geweest kan zijn. Met de meeste van de twintig kwekerijen had hij niets te maken. Tegen deze man eiste de officier dertig maanden cel.

De drie hoofdverdachten gingen dinsdag twee ’kleinere’ verdachten voor. L. J. R. (21) en R. E. (32) uit Zwolle worden verdacht van het telen van hennep. Tegen hen werden werkstraffen van 180 en 240 uur geëist.

De uitspraken zijn op 30 januari.