Nog te veel bestrijdingsmiddelen in sloten en vaarten
Hoewel boeren en tuinders de vervuiling van het oppervlaktewater door bestrijdingsmiddelen fors hebben weten terug te brengen, zitten er toch nog te veel resten van deze middelen in sloten en vaarten, zegt het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP).
Telers hebben de vervuiling van oppervlaktewater door bestrijdingsmiddelen met ruim 85 procent weten terug te brengen. Boeren en tuinders gebruiken deze stoffen om hun gewassen te beschermen tegen ziekten en plagen.Toch zitten er nog te veel resten van deze middelen in sloten en vaarten. In 2003-2004 was dit het geval op ongeveer de helft van onze meetlocaties. Het gaat hierbij om ten minste 20 van de ruim 200 stoffen. Dat blijkt uit de evaluatie van het gewasbeschermingsbeleid die gisteren aan minister Veerman (LNV) en staatssecretaris Van Geel (VROM) is aangeboden.
Driekwart van de gerealiseerde reductie is bereikt doordat telers hun bedrijfsvoering hebben aangepast, onder andere door stroken land langs het oppervlaktewater niet te gebruiken (teeltvrije zones) en door het gebruik van landbouwmachines die het verwaaien van gewasbeschermingsmiddelen naar de sloot beperken met 50 procent of meer. Het resterende kwart komt doordat telers andere, minder milieubelastende middelen zijn gaan gebruiken.
De kosten voor de telers (inclusief gederfde inkomsten) waren in 2005 1 tot 2 procent hoger dan in 1998. Dit komt vooral door de verplichte teeltvrije zones.
Anders dan verwacht bleken de kosten van gewasbeschermingsmiddelen echter nauwelijks toegenomen. De telers pasten in 2005 vaker geïntegreerde gewasbescherming toe dan in 2000. Voor de meeste telers bleek dit per saldo geen geld te kosten.
Nauwelijks vooruitgang
Onze evaluatie laat zien dat de beleidsdoelen voor 2010 zonder aanvullende maatregelen van overheid en telers niet gehaald worden. De milieuwinst is vooral behaald tussen 1998 en 2001. Sinds 2001 is er nauwelijks vooruitgang geboekt. De kwaliteit van het oppervlaktewater voor drinkwaterwinning is wel verbeterd sinds 1998, maar het beleidsdoel voor 2005 is niet gehaald.
Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) voorziet de Nederlandse regering van onafhankelijke evaluaties en verkenningen betreffende de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en de invloed daarvan op mens, plant en dier.