Ze willen een harde toezegging in het regeerakkoord dat het nieuwe kabinet geld uittrekt voor de inrichting van het Groene Hart. Gebeurt dat niet, dan trekken de provincies zich mogelijk (financieel) terug uit de projecten. „Als er geen betrokkenheid van het Rijk komt, dan stoppen we ermee”, waarschuwde Zuid-Hollands gedeputeerde Dwarshuis (VVD) gisteren leden van de Tweede Kamer die een werkbezoek aflegden aan het gebied.Dwarshuis is voorzitter van Stuurgroep Groene Hart, waarin ook collega’s uit de twee andere provincies zitten. De stuurgroep heeft tien projecten met een „voorbeeld- of aanjaagfunctie” op het gebied van waterbeheer (zoals berging), recreatie en toerisme opgesteld. Dit zogenoemde uitvoeringsprogramma loopt tot 2013.

Vorig jaar september heeft het demissionaire kabinet 350 miljoen euro toegezegd voor deze projecten, maar het dubbele is nodig. De provincies, door Dwarshuis getypeerd als de aannemers van het bestek van het Rijk, hebben er zelf 300 miljoen voor over.

De provincies willen concreet in het regeerakkoord een herhaling van een inspanningsverplichting van het (nieuwe) kabinet dat er 1 miljard euro nodig is voor het Groene Hart.

Overigens gaf Dwarshuis aan dat de provincies de eerstkomende jaren „geld zat” hebben voor de projecten zoals de herstructurering in de Oude Rijnzone en de veenweidegebieden in onder andere de Krimpenerwaard. Voor boeren is daarbij een rol als medenatuurbeheerder weggelegd.

Het geld zou ook best kunnen komen uit de zogenoemde FES-pot, die wordt gevoed met aardgasbaten en alleen bedoeld is voor infrastructuurprojecten. Economische structuur is meer dan wegen, de Maasvlakte en spoorwegen, meent de stuurgroep. Volgens Utrechts gedeputeerde Lokker is het idee dat investeren in natuur onnuttig is, achterhaald. „Als de bodem verzakt en alles onder water komt te staan, is dat ongunstig voor een aantrekkelijke economische structuur en het vestigingsklimaat.”