Dat heeft een woordvoerster van het bedrijf donderdag gezegd. Volgens de zegsvrouw staat echter niet vast dat UPC ook daadwerkelijk surseance aanvraagt, „maar het zou een mogelijkheid kunnen zijn om de balans op te schonen.” UPC heeft een totale schuld van 11 miljard euro. In juli bereikte UPC’s Amerikaanse moeder, grootaandeelhouder UnitedGlobal Com (UGC), al overeenstemming met obligatiehouders over het omzetten van een schuld van 5,4 miljard dollar in aandelen.

UPC stelt dat het „absoluut niet de bedoeling is” dat een eventuele surseanceaanvraag tot een faillissement leidt. „Het is puur bedoeld om de balans er beter uit te laten zien. Op operationeel niveau gaat de dienstverlening aan de klanten gewoon door.”

Als UPC inderdaad uitstel van betaling aanvraagt, treedt het kabelbedrijf deels in het voetspoor van telecombedrijf Versatel, dat in juni surseance aanvroeg. Alleen is de schuld van Versatel (ongeveer 1,7 miljard euro) een stuk lager. Met de surseance wil Versatel obligatiehouders dwingen akkoord te gaan met een plan om schulden te ruilen voor cash en aandelen.

De surseanceaanvraag is voor UPC een uiterst middel „om het proces te versnellen en te zorgen dat iedereen meegaat”, verklaart de woordvoerster. Volgens haar is de overeenstemming bereikt met een comité, dat obligatiehouders vertegenwoordigt. De UPC-woordvoerster kon donderdag niet aangeven namens hoeveel obligatiehouders het comité optreedt.

Het dreigen met een surseance is niet alleen bestemd voor de oren van de obligatiehouders. „Het is ook een middel om de banken (die nog 3,3 miljard dollar krijgen) onder druk te zetten om een groot deel van de UPC-schulden af te schrijven”, stelt analist B. Siebrand van SNS Securities. Hij gelooft dat UPC een faillissement niet uitsluit. „Het is een reëel scenario waar UPC doelbewust op aanstuurt.”

Siebrand legt een verband met de geplande overname van kabelbedrijf Casema door de Amerikaanse Liberty Media. Liberty heeft aandelen in UPC, maar ook in diens moeder UGC (74 procent). Met de combinatie UPC-Casema krijgt Liberty een monopoliepositie op de Nederlandse markt. De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) moet de aankoop van Casema keuren.