Door de uitspraak kunnen de merendeels Zeeuwse vissersboten tot 20 december 2002 zo’n 9000 ton kokkelvlees uit de Waddenzee opvissen. Daar had de Coöperatieve Producentenorganisatie van de Nederlandse Kokkelvisserij vorige week tijdens een spoedprocedure om gevraagd.

Het verbod was eerder door de Waddenvereniging afgedwongen. De Waddenvereniging spande een rechtszaak aan tegen het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, waarna de vergunning automatisch werd geblokkeerd. De milieuorganisatie vreest dat de kokkelvisserij het voedsel van de trek- en standvogels in het waddengebied wegvist. Vooral de scholekster en de eidereend zouden volgens de Waddenvereniging zwaar onder het weghalen van de kokkels lijden. De organisatie beschuldigt de vissers er bovendien van met hun sleepnetten de zeebodem de vernielen, waardoor flora en fauna ernstige klappen oplopen waarvan ze nauwelijks herstellen.

’s Lands hoogste bestuursrechtscollege besloot echter het verbod op te heffen. Volgens de Raad van State zal de kokkelvisserij teloorgaan als er tussen nu en december niet gevist mag worden. Het rechtscollege wil eerst een onderzoek over de gevolgen van de schelpvisserij op de Waddenzee afwachten alvorens een eindoordeel te geven. Dat wetenschappelijke onderzoek zal in 2003 worden gepubliceerd.

In de tussentijd mogen de kokkelvissers 9000 ton kokkels opvissen omdat de Waddenvereniging de gevreesde milieuschade niet keihard heeft aangetoond. Zo zal het met de schade voor de scholeksters wel meevallen. En over de grote sterfte onder eidereenden van de afgelopen drie jaar merkt de Raad van State op dat nog niet duidelijk is waar die door wordt veroorzaakt. Volgend jaar zal definitief duidelijk worden of er nog toekomst in de kokkelvisserij zit.