De LRA-delegatie voelt zich niet meer welkom in de Zuid-Sudanese stad Juba, waar de moeizame onderhandelingen tussen het Verzetsleger van de Heer (LRA) en de Ugandese regering al enkele maanden lopen.De LRA-delegatie reageert met haar eis voor verhuizing op uitlatingen van president Bashir en vicepresident Kiir van Sudan. Dinsdag was het twee jaar geleden dat er een vredesakkoord werd getekend tussen de centrale regering van Sudan en rebellen van het SPLA die in het zuiden van Sudan tegen de regering vochten.

Tijdens feestelijke herdenkingsredes zeiden Bashir en Kiir dat het nu maar eens afgelopen moest zijn met overblijfselen van rebellengroepen. Die gewapende milities zouden in grote delen van Sudan nog steeds de situatie onveilig maken. Zowel de president als de vicepresident noemde met name de LRA. De strekking van hun uitlatingen was dat het Sudanese leger en de SPLA de Ugandese rebellen wel even uit Sudan zouden wegwerken als de LRA niet snel vrede zou sluiten met Uganda.

Delegatieleider Martin Ojul van de LRA zei dat de uitlatingen van Bashir en Kiir duidelijk lieten zien dat zij niet langer welkom zijn in Sudan. Hij stelde buurland Kenia voor als nieuwe locatie voor de vredesbesprekingen.

De onderhandelingen tussen het LRA en de Ugandese regering verlopen al sinds juli vorig jaar zeer moeizaam. Het belangrijkste obstakel voor vrede is volgens leider Joseph Kony van de LRA het arrestatiebevel van het Internationaal Strafhof in den Haag. Het Internationaal Strafhof weigert het arrestatiebevel voor leider Joseph Kony en zijn belangrijkste commandanten in te trekken. Maar de LRA zegt geen vrede te kunnen sluiten zolang het arrestatiebevel nog van kracht is.

Volgens Ugandese legerwoordvoerders gebruikt de LRA het arrestatiebevel slechts als voorwendsel om tijd te rekken. Het leger is bang dat de rebellen zich willen hergroeperen, om vervolgens de rebellie voort te zetten. Dat zou de belangrijkste reden zijn voor het trage verloop van de vredesbesprekingen.