Opinie

Abortuskliniek moet tweedelijnszorg zijn

De formatiebesprekingen zijn gaande. De Vereniging ter Bescherming van het Ongeboren Kind (VBOK) zou graag een wijziging in de Wet afbreking zwangerschap geregeld zien en vrouwen moeten meer begeleiding krijgen bij de keuzes die ze maken, stelt Georgette Lageman-Ledegang in een advies aan de partijen die deelnemen aan de formatiebesprekingen.

12 January 2007 19:52Gewijzigd op 14 November 2020 04:26

Wat de ChristenUnie de komende tijd binnenhaalt, is afhankelijk van de onderwerpen die zij kiest. Het zullen in ieder geval punten moeten zijn die alle drie de partijen realistisch in de oren klinken. De VBOK weet, door haar politiek contacten, dat er onder alle politici een grote consensus is over het reduceren van het aantal abortussen en een toename van preventieve voorlichting. Daarnaast zou aandacht voor het verbeteren van het besluitvormingsproces eveneens voor iedere partij een aandachtspunt moeten zijn.Tegenwoordig kun je namelijk op praktisch elk terrein van het leven weloverwogen keuzes maken. Met een persoonlijkheidstest weet je of je een doener of een denker bent. Na een middag lappen draperen heb je een eigen kledingkleurenpaspoort op zak en een bezoek aan de StemWijzer geeft inzicht in je politieke kleur. Heel anders is het bij het maken van een keuze bij een ongeplande zwangerschap, nota bene een onomkeerbaar levensbesluit. Wie aangeeft dat veel vrouwen dan helemaal niet weten wat zij moeten doen, door de tijdsdruk, door de druk van de onomkeerbaarheid van het besluit of door druk uit de sociale omgeving, wordt door vrouwenstrijdsters betuttelend gevonden. „Een vrouw kan prima alleen haar besluit nemen!” Wie die conclusie trekt, gaat echter volledig voorbij aan het recht van elk mens om te twijfelen, te overwegen en af te wegen bij een levensbelangrijk besluit dat haarzelf en haar ongeboren kind aangaat.

Dat een impulsief genomen besluit of de gedachten dat er slechts een ’stukje weefsel’ bij een abortus wordt weggehaald tot problemen leidt, is evident. Bij de VBOK start eerdaags weer een gespreksgroep voor vrouwen die zijn vastgelopen in de verwerking van een abortus. De uitnodiging moest bijtijds van de website worden gehaald, omdat de groep anders te groot werd. Ook uit Amerikaans, Fins en Noors onderzoek en uit onderzoek in Nieuw-Zeeland blijkt dat er wereldwijd jaarlijks duizenden vrouwen met spijt, schuld en verdriet terugkijken op hun keuze voor abortus. Of een goed besluitvormingsproces dit had kunnen voorkomen, is de vraag. Een feit blijft in ieder geval dat het onlosmakelijk verbonden is met een juiste uitvoering van de abortuswet.

Afbreking
De vraag hoe aan zowel de bescherming van het ongeboren kind als aan de hulp aan de vrouw recht kan worden gedaan, blijft lastig. In de praktijk komt er van een balans tussen die beide doelen weinig terecht, voornamelijk omdat recht op hulp tegenwoordig synoniem lijkt voor recht op abortus. We spreken immers van een Wet afbreking zwangerschap (WAZ), scholing dient te worden verbeterd op het gebied van de abortushulpverlening en alternatieven voor abortus worden in ruim 80 procent van de gevallen niet besproken. Een ontwikkeling waarbij alles in het werk wordt gesteld om de ’verworven’ abortuswetgeving en ’-hulpverlening’ onveranderd te laten. Een uiterst zorgelijke situatie, omdat uitgerekend vrouwenstrijdsters zich nu blind staren op wetgeving in plaats van zich te bekommeren over verantwoorde hulpverlening voor (de geboren en ongeboren) vrouwen.

Volgens de VBOK, die zowel de vrouw als het ongeboren kind gelijkwaardig betrekt in haar hulpverlening en voorlichting, dienen alle formatieonderhandelaars dan ook snel afspraken te maken over de veranderingen in de WAZ. Te denken valt aan het instellen van abortusklinieken als tweedelijnsvoorziening, zodat een vrouw alleen via een huisarts bij een kliniek terechtkan. De huisarts kent immers de vrouw en daarnaast: hoe koosjer is het om de vrouw een weloverwogen besluit te laten maken met de behandeltafel met zuigcurettage in het zicht?

Ook dienen alle betrokken beroepsgroepen een gezamenlijke richtlijn en voorlichtingsmateriaal op te stellen, zodat elke vrouw alle tijd en ruimte krijgt die zij nodig heeft en waarbij ook het ongeboren kind gegarandeerd een plek krijgt in het besluitvormingsproces. Tijdens het besluitvormingsgesprek moeten de mogelijkheden en de gevolgen daarvan aan bod komen. Evenals de instellingen waar de vrouw voor hulp terechtkan. Een kind opvoeden op je 16e is immers geen gemakkelijke opdracht, maar het leven met een abortuservaring zeker niet.

Onterecht
Of deze zeer realistische verbeteringen daadwerkelijk doorgevoerd zullen worden, zal de tijd uitwijzen. Een taboe op hulp aan de vrouw bij het maken van een keuze als zij ongepland zwanger is geworden, vormt helaas vooralsnog vaak een barrière. Hulpverleners van gespecialiseerde instellingen voor besluitvormingsprocessen zoals de VBOK zouden zich in de hulpverlening, volgens sommigen, te veel door hun eigen meningen over mogelijkheden laten leiden.

Een onterechte gedachte. Immers, het hebben van een mening betekent nog niet dat je deze ook oplegt aan een ander. Beroepscodes worden op dit aspect nauwgezet gevolgd. Het wordt dan ook de hoogste tijd dat de vrouw in haar noodsituatie hulp krijgt bij het maken van haar keuze. Alleen dan heeft de vrouw een kans om te kiezen en het ongeboren kind kans om te leven.

De auteur is communicatieadviseur bij de VBOK.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer