OM hoopvol over zaak-Holleeder
AMSTERDAM - Het openbaar ministerie denkt dat het bewijs tegen vermeend topcrimineel Willem Holleeder de afgelopen maanden flink is gegroeid. Dat bleek donderdag tijdens de zogeheten regiezitting.
Waar advocaat Moszkowicz met grote stelligheid betoogde dat het bewijs tegen zijn cliënt steeds verder afbrokkelt, zag het OM dit juist tot uiterst bruikbare proporties groeien. Volgens het OM hebben tal van getuigen inmiddels afdoende onderbouwing geleverd voor de voor Holleeder belastende beweringen die vastgoedmagnaat Willem Endstra heeft gedaan tijdens zijn gesprekken met de Criminele Inlichtingen Eenheid (CIE).Holleeder wordt verdacht van het stelselmatig afpersen van vier vastgoedhandelaren, onder wie Endstra. Volgens officier Plooy werkte hij daarbij telkens met andere handlangers. Holleeder leidde daarmee meerdere criminele organisaties, aldus de officier.
Het OM onderzoekt nog wat de relatie is tussen Holleeder en zakenman Jan-Dirk P. Er loopt een apart onderzoek tegen P., zijn voormalige compagnon David B. en fiscalist Ad van T. Die zouden een rol hebben gespeeld bij het wegsluizen en witwassen van het geld dat door de afpersingspraktijken is verworven. Volgens C. Raymakers, de raadsman van B., worden tijdens dit vooronderzoek mogelijk nog getuigen gehoord en is het nog maar de vraag of het tot een rechtszaak komt.
Het OM vroeg de rechtbank donderdag het voorarrest van vijf verdachten, Holleeder incluis, te verlengen en dat van Ozan T. op te heffen. Het verdenkt hem van de afpersing van zakenman John Wijsmuller, maar hij heeft daarin geen gewelddadige rol gespeeld.
Officier van justitie De Vries gaf aan dat het OM Holleeder mogelijk ook nog vervolgt voor de afpersing van zakenman Erik de Vlieger. In deze zaak is onlangs een verdachte tot acht jaar celstraf veroordeeld.
Tijdens de regiezitting kwamen officier van justitie Plooy en advocaat Moszkowicz herhaaldelijk als kemphanen tegenover elkaar te staan. Moszkowicz betoogde dat rechercheurs van de CIE van de Amsterdamse politie hebben geprobeerd Willem Endstra uit te lokken tot het laten liquideren van Holleeder.
De advocaat baseerde zijn zware beschuldigingen aan het adres van de CIE op de hernieuwde uitwerking van de banden waarop de talrijke gesprekken tussen de betrokken rechercheurs en Endstra zijn vastgelegd. Endstra sprak in 2003 met grote regelmaat en in het diepste geheim met de CIE. De gesprekken, gevoerd op de achterbank van een rechercheauto, vormen de basis van de strafzaak tegen Holleeder en een aantal medeverdachten, die in januari van dit jaar werden gearresteerd.
Volgens Plooy heeft de raadsman zijn beschuldigingen niet kunnen hardmaken en heeft deze volkomen ten onrechte politiemensen „door het slijk gehaald.”