Rekenen in euro’s blijft lastig
AMSTERDAM - Duitsers en Nederlanders hebben nog veel moeite met het rekenen in euromunten. Zaterdag is de laatste dag dat oude guldens kunnen worden omgewisseld.
Respectievelijk 37 procent van de Duitsers en 31 procent van de Nederlanders zegt vijf jaar na de invoering van de euro nog steeds niet goed met de munten te kunnen omgaan. Dat blijkt uit een Gallupenquête in opdracht van de Europese Unie.Van de ongeveer 300 miljoen inwoners van de eurozone zegt 41 procent wel eens problemen te hebben met de euro. De prijzen van grote aankopen, zoals huizen en auto’s, worden in 40 procent van de gevallen nog teruggerekend naar de oude munteenheid.
In 2002 dacht 59 procent van de inwoners van de eurozone dat de nieuwe munteenheid over het algemeen voordelig zou zijn voor zijn land, maar momenteel vindt nog maar een minderheid dit, aldus het onderzoek.
De meeste eurogebruikers ontkennen dat de euro hun het gevoel heeft gegeven meer Europees te zijn. Op 1 januari wordt de euro ook in Slovenië ingevoerd.
Vandaag is de laatste dag dat mensen hun ’oude’ muntgeld bij het postkantoor kunnen inwisselen voor euro’s. Ook zijn deze dag vier agentschappen van De Nederlandsche Bank (DNB) speciaal geopend.
Veel mensen zijn de afgelopen dagen naar het postkantoor gegaan om op het laatste moment hun oude stuivers, dubbeltjes, kwartjes, guldens, rijksdaalders en 5 guldenmunten in te wisselen. De Nederlandsche Bank maakt het bedrag aan euro’s op hun rekeningen over.
DNB verwacht volgende week te weten hoeveel gulden zij heeft ontvangen. De oude munten zijn na 1 januari officieel niets meer waard. Bankbiljetten kunnen daarentegen nog tot 2032 worden ingewisseld.