Voelen hoe Rijssen er vroeger uitzag
RIJSSEN - Het oude Rijssen wordt nagebouwd in brons. Een maquette van de plaats moet het verleden tastbaar maken. Ook voor blinden en slechtzienden. De historische informatie komt niet voor niets in braille op het kunstwerk.
Beeldend kunstenaar Henk Roosink, geboren en getogen in Rijssen, werkt aan het bronzen schaalmodel. Het jaar 1640 dient als uitgangspunt. De bouwer brengt het centrum van Rijssen in beeld: het deel binnen de stadswallen en het deel op de gronden daarbuiten.De maquette moet een plaats krijgen op het Bevervoordeterrein, nabij het winkelhart van Rijssen. Opdrachtgever is de Kulturele Raad Rijssen (KRR).
Om zich een beeld te vormen van het stadshart, worstelde Roosink zich door oude kaarten en tekeningen van Rijssen. Het stratenplan is sinds 1640 niet veel veranderd, constateerde hij. Ook heeft Rijssen nooit stadsmuren gehad, zegt Roosink, maar wel wallen die ongewenst bezoek buiten moesten houden. „Die wallen stellen niet zo veel voor”, aldus Roosink. „Ze waren niet echt hoog.”
Ook eerder al staken Rijssenaren de draak met de wallen. De marmeren tijdtafel op het monument op het Schild -geplaatst bij het 750-jarig bestaan van Rijssen in 1993- meldt een verhaal over de Tachtigjarige Oorlog. Inwoners van Rijssen namen aan het begin van die periode de schop in de hand en begonnen wallen rond de stad op te werpen. Echter, toen ze hoorden hoe lang de oorlog zou gaan duren, stopten zij acuut. „Tachtig joar?” zeiden ze. „Det doert oons völs te lange.”
Roosinks kunstwerk maakt het verleden beter zichtbaar dan een boek of een afbeelding, vindt de kunstenaar. „Je ziet bijvoorbeeld de hoogteverschillen die Rijssen ook nu nog vertoont. De Schildkerk -vroeger nog rooms-katholiek- staat hoger dan de rest van het stadshart, net als de burcht op de Bevervoorde.”
De maquette laat de Rijssense historie niet alleen zien, maar maakt die ook tastbaar. Zo kunnen blinden en slechtzienden voelen hoe Rijssen er vroeger uitzag. Om die doelgroep verder tegemoet te komen, wordt de historische informatie bij het kunstwerk ook in braille aangebracht.
Voordat Roosink brons gaat bewerken, maakt hij eerst een mal van was. „Dat is materiaal waarin alle details goed kunnen worden aangebracht. Later giet ik het brons in de vorm.”
De maquette moet in de toekomst onderdeel worden van een beeldenroute in en rond het centrum. Onder meer de Rijssense beelden van de stadsomroeper, van het wasvrouwtje en van de varkenshandelaren -ook door Roosink gemaakt- doen daarin mee.
De Kulturele Raad wil graag nog meer kunst in de stad, maar heeft vooralsnog geen geld. Het college van B en W weigerde onlangs het subsidieoverschot van de afgelopen jaren beschikbaar te stellen voor zo’n kunstroute.
Het nieuwe werk van Roosink siert in elk geval vanaf begin februari de Bevervoorde. „Daar stond ooit het kasteel Beverfeurde”, licht Roosink toe. „Dat gebouw is beeldbepalend aanwezig in de maquette.”