De kartelwaakhond liet vrijdag weten te vermoeden dat de betrokken ondernemingen de mededingingswet hebben overtreden.Het gaat om afspraken die tussen begin 1998 en eind 2003 zouden zijn gemaakt. De NMa concludeert daaruit dat de ondernemingen zijn doorgegaan met hun praktijken na de parlementaire enquête over de bouwfraude in 2002.

De NMa wil nog niet zeggen om welke ondernemingen het gaat. Tegen de bedrijven is rapport opgemaakt. Zij kunnen daarop reageren.

Volgens de NMa zijn de producenten geregeld bijeengekomen om de prijzen van prefab vloeren af te stemmen. Ook werden leveringen van de vloeren verdeeld. Dergelijke afspraken beperken de onderlinge concurrentie, aldus de toezichthouder.

Directeur Ton Pielkenrood van de Bond van Fabrikanten van Betonproducten in Nederland (BFBN) zei vrijdag in het NRC Handelsblad in een reactie dat het om een „oude zaak” gaat. Hij bevestigt noch ontkent de kartelafspraken. „Maar volgens de NMa liep het tot 2003, dus is het allemaal voorbij.”

Pielkenrood geeft aan dat er in Nederland tot voor kort meer mogelijk was dan de Europese Unie toestond. „Dan moet je niet verbaasd zijn dat bedrijven daar gebruik van maken”, aldus de directeur in NRC.

De NMa heeft in zijn onderzoek gebruikgemaakt van informatie die door meerdere betrokken bedrijven is verstrekt. Overtreders die „zich individueel en uit eigen beweging melden en waardevolle informatie verschaffen over het kartel” kunnen rekenen op vermindering of kwijtschelding van boetes, meldt de NMa.

De mededingingsautoriteit maakte gisteren ook bekend dat een onderzoek naar mogelijke beperking van de concurrentie door de energiebeurzen APX en Endex is beëindigd. De beurzen hadden in contracten vastgelegd dat zij elkaar toestemming moesten verlenen voor het verhandelen van lange- en kortetermijncontracten voor energie. Deze clausules zijn inmiddels verwijderd, waardoor de NMa geen reden meer ziet om het onderzoek voort te zetten.