SGP staat niet links in politieke krachtenveld
SGP-wethouder Van Duijn reageerde donderdag op deze pagina op de bewering van dr. C. S. L. Janse in het katern Accent van zaterdag 16 december dat de SGP niet zou passen in een centrumlinkse coalitie. In een reactie wijst Janse onder meer op het stemgedrag van de SGP-fractie en de voorkeur van de achterban.
Drs. Van Duijn begint zijn betoog met een beschouwing over links en rechts, vernieuwing en progressiviteit waar ik weinig aan toe of af wil doen. Dit ook gedachtig de waarschuwing bij monde van Paulus (2 Timotheüs 2:14) tegen een woordenstrijd die nergens toe dient dan om de lezers in verwarring te brengen.Het is echter niet juist om alleen de VVD te zien als exponent van de liberale tijdgeest. Ook Femke Halsema (GroenLinks) noemt zich tegenwoordig vrijzinnig. We hebben te maken met een seculiere meerderheid, inclusief de PvdA, die op allerlei punten met de christelijke traditie wil afrekenen.
Maar moet de SGP niet rood zijn als het gaat om het sociaal beleid? Van Duijn verwijst in dit verband naar „het rode, verzoenende bloed van onze Heere Jezus Christus.” Een dergelijk woordenspel is niet alleen weinig verhelderend, maar ligt bovendien op de grens van het profane, zo niet eroverheen.
Centrumlinks
Volgens hem zou een SGP die opkomt voor de zwakkeren in de samenleving prima passen in een centrumlinkse coalitie. Als je echter kijkt naar het stemgedrag van de Tweede Kamerfractie in de afgelopen periode, dan zie je dat men zich (anders dan de ChristenUnie) slechts zelden met de PvdA tegen het kabinetsbeleid keerde. Kijk je, al dan niet met behulp van de StemWijzer, naar de verkiezingsprogramma’s, dan komen SGP en PvdA niet in dezelfde hoek uit.
Let je op de opvattingen van de achterban, zoals gepeild in het RD-onderzoek van afgelopen najaar, dan blijkt een duidelijke voorkeur voor de VVD boven de PvdA. Neem je de recente affaire rond het generaal pardon, dan zie je ook dat de SGP, anders dan de ChristenUnie, niet kiest voor het linkse kamp. Dat de SGP niet past in de regeringscoalitie die nu in de maak is, daar hoeven we dus weinig woorden meer aan vuil te maken.
Wellicht moet ik het betoog van Van Duijn verstaan als een pleidooi voor een andere koers, waarbij de zorg voor de zwakkeren de rode draad moet zijn. Dat laatste is voor een christelijke partij zeker een belangrijk punt. Maar daarbij moeten we niet alleen denken aan steunverlening. Het gaat ook om de bevordering van de ontwikkeling van zelfstandige kracht, om de liberaal Thorbecke te citeren.
Werklozen en arbeidsongeschikten zijn er vooral mee geholpen als ze weer een baan vinden. We mogen niet tevreden zijn wanneer de bijstandsuitkeringen zich op een redelijk niveau bevinden. Veel belangrijker is het om het aantal bijstandstrekkers fors terug te brengen. Evenzo is het verminderen van het aantal zwervers waardevoller dan het optimaliseren van de daklozenopvang. De ruimte ontbreekt mij hier verder op in te gaan.
Mijdingsgedrag
Tenslotte maakt Van Duijn nog een aantal opmerkingen over de positie van de SGP en SGP’ers in het politieke bestel. Moeten we inderdaad zeggen dat mijdingsgedrag gelegitimeerd wordt? Of moeten we eerder constateren dat steeds meer het besef gaat verdwijnen hoever we in ons land weg zijn? Met als gevolg dat mensen zonder veel gewetensbezwaren op allerlei posten kunnen functioneren en men makkelijk denkt over het deelnemen aan een regeringscoalitie.
Inderdaad „wij kunnen geen schone handen houden, want die zijn al vuil door onze eigen zonden.” Maar zijn die zonden ons van harte leed geworden? Of gaat dat gegeven functioneren als argument dat het daarom allemaal niet meer zo precies kijkt? Dat maakt een groot verschil.
De auteur is oud-hoofdredacteur van het RD.