Buitenland

Opzienbarend was Fins voorzitterschap van EU zeker niet

BRUSSEL - Opzienbarend was het Finse EU-voorzitterschap, in de tweede helft van dit jaar, zeker niet. De agenda bood daarvoor ook geen gelegenheid en premier Matti Vanhanen is naar zijn zeggen wars van „kunstmatige dramatiek.” Hij kijkt terug op een periode van „vaak alleen maar hard werken.”

A. A. C. de Rooij
22 December 2006 07:59Gewijzigd op 14 November 2020 04:23

„Dit zijn voor ons opwindende dagen”, merkte zijn woordvoerder eind vorige week op bij het begin van de decembertop van de regeringsleiders. Anderen hebben die bijeenkomst, zoals Vanhanen maandag in Brussel zelf aangaf, eerder als saai ervaren. Belangrijke beslissingen hoefden er niet te worden genomen, actualiteiten die beraad vereisten op het hoogste politieke niveau dienden zich niet aan. Kortom, weinig leven in de brouwerij.Het illustreerde de situatie waarin de EU verkeert. Het ontbreekt momenteel aan grote projecten. In de vorige zes maanden, toen de regie berustte bij Oostenrijk, viel al hetzelfde te constateren. De beoogde grondwet werd na het nee van Frankrijk en Nederland in de lente van 2005, opgeborgen in de ijskast; de discussie erover zal pas volgend jaar weer in alle hevigheid oplaaien.

In 2006 gold vooral als motto: zichtbare resultaten boeken, concrete maatregelen treffen om de burger de toegevoegde waarde van een gemeenschappelijke benadering te doen ervaren en daarmee zijn betrokkenheid bij Europa te bevorderen. Barroso, eerste man van de Europese Commissie, refereert er voortdurend aan.

Blijft het roulerend aanvoerderschap tegen de verwachting in bestaan -het gestrande concept voor een constitutioneel verdrag zet in op een vaste voorzitter-, dan komt Finland in 2020 opnieuw aan de beurt. Als het moet graag, schrijft Vanhanen in een brief die hij recent, met als aanhef een „tot ziens”, liet verspreiden. „Want het is zo mooi om deze grote Unie van naties te dienen”, voegt hij daaraan toe.

Hij ontving in de achterliggende dagen van de zijde van Commissie en Parlement goede rapportcijfers voor zijn optreden aan het hoofd van de EU. Wat iedereen in dit verband noemt, is de afronding van de behandeling van twee omvangrijke wetsteksten: de dienstenrichtlijn en, in het jargon, Reach.

Bij het eerste draait het om het opheffen van allerlei belemmeringen voor dienstverleners als loodgieters, makelaars en automatiseringsdeskundigen om over de grens werkzaamheden te verrichten. Het tweede pakket voorziet in het testen en registreren van zo’n 30.000 chemische stoffen en het vervangen van gevaarlijke substanties in producten. Het dubbele succes toont aan dat Europa niet stilstaat, maar beweegt, benadrukt Barroso.

Beide voorstellen haalden de eindstreep nadat in het Europees Parlement compromissen waren bereikt. Het lukte de grote fracties binnen dat orgaan om in de dienstenrichtlijn de tegenstelling tussen enerzijds marktwerking en concurrentiekracht en anderzijds sociale bescherming met elkaar te verzoenen.

Bij Reach botsten de belangen van de industrie met die van de consument en het milieu. Het EP onderstreepte met zijn bijdrage tot het verwezenlijken van consensus in eigen huis en onder de lidstaten, zijn groeiende betekenis als speler op het vlak van de Europese regelgeving.

In de beginfase van het voorzitterschap kreeg Finland te maken met de oorlog in Libanon. Ministers moesten tweemaal hun vakantie onderbreken voor spoedberaad. Zij besloten na aanvankelijke aarzelingen toch een fors aandeel te leveren in de VN-vredesmacht en redden daarmee de geloofwaardigheid van de Unie, die graag een vooraanstaande rol speelt in het Midden-Oosten.

Tegen het einde was er de zoveelste botsing met Turkije. Alle inspanningen ten spijt volhardde de moslimnatie in de weigering zijn havens en vliegvelden te openen voor verkeer uit Cyprus. De Finnen slaagden er vervolgens wel in binnen de EU overeenstemming te smeden over sancties: het opschorten van een deel van de toetredingsonderhandelingen.

Behalve de problemen met Turkije waren er nog meer aspecten in de sfeer van de uitbreiding die de aandacht vroegen. Bulgarije en Roemenië kregen definitief groen licht voor aansluiting op 1 januari. Slovenië introduceert op die datum als nummer 13 de euro. Vorige week hebben de regeringsleiders zich gebogen over de strategie in de toekomst ten aanzien van kandidaten voor het lidmaatschap. Veel verandert er niet. De deur blijft open voor landen die voldoen aan de ongewijzigde criteria.

Nodig is wel dat de EU zelf haar zaken op orde heeft, dat zij een verdere vergroting uit het oogpunt van een efficiënte besluitvorming aankan. Daar mag de Duitse bondskanselier Merkel aan gaan werken. Zij neemt het estafettestokje van collega Vanhanen over en ontmoet als een van de lastigste taken op haar weg het vlot trekken van het debat over de grondwet en de daarin vervatte bestuurlijke hervormingen.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer