Het onderzoek van het EU-agentschap in Wenen is het eerste dat de positie van moslims in de gehele Europese gemeenschap onder de loep neemt. Behalve het rapport publiceerde de EUMC een aantal interviews met vooral jonge moslims. De EUMC ondervroeg hiervoor in totaal 58 moslims uit tien Europese landen.„Een vraag die ik vaak heb gehoord, is: Wanneer ga je terug? Dan zeg ik: Ik ben geboren in Rotterdam, dus waar zou ik heen gaan? Het is een heel pijnlijke vraag, die je het gevoel geeft dat je een vreemdeling bent”, zei een Nederlandse moslima.

In de Europese Unie wonen naar schatting 15 miljoen moslims, waarmee ze na de christenen de tweede religieuze groepering in de Unie vormen. Volgens de EUMC hebben zij te kampen met islamofobie, die voortkomt uit de toenemende neiging om moslims te associëren met terrorisme.

Uit de beschikbare gegevens, waaraan volgens het agentschap overigens een gebrek bestaat, blijkt dat de moslims vaak slecht gehuisvest zijn. Hun onderwijsniveau is lager dan dat van de gemiddelde Europeaan en er zijn veel meer moslims werkloos dan gemiddeld. De geïnterviewden maken duidelijk dat vooral moslima’s met een hoofddoek veel moeite hebben om een baan te vinden.

Tijdens een groepsinterview vertelden enkele jonge Rotterdamse moslims over een middelbare school in Rotterdam waar aparte klassen zouden bestaan voor witte en zwarte scholieren. Buitenlandse kinderen zouden er les krijgen van minder bekwame leraren.

De moslims erkennen wel dat integratie van twee kanten moet komen en dat ze zelf meer zouden kunnen doen om bij de Europese leefgemeenschap te horen. „De imams zijn niet in staat de goede antwoorden te geven. Ze zeggen dat we volgens onze traditie en cultuur niet eens zouden moeten denken aan een etentje of een feestje. Maar ze realiseren zich niet dat als we niet deelnemen we een eenling worden die niet bij de groep hoort”, zei een Nederlandse moslim.