„Echt bijsturen doen we pas na een week”
UTRECHT - Buiten rijden de treinen grotendeels volgens het nieuwe spoorboekje. Binnen, in hoofdgebouw IV van de Nederlandse Spoorwegen, zijn sommigen toch ontevreden. „Ik ben wat perfectionistisch aangelegd en van dit punctualiteitscijfer word ik niet vrolijk”, zegt Max Ferwerda, projectleider nieuwe dienstregeling. Bijna alle spoorsores vallen echter in de categorie ”normaal”.
De maandag scoorde 74,6 procent op punctualiteit, na de ’oefenzondag’ met 88,9 procent. Gisteren kwam uit op 75,7. Natuurlijk, het is december en dan valt de nauwkeurigheid al gauw lager uit dan het gemiddelde punctualiteitscijfer, dat op dit moment op 84,8 procent ligt.Gisteren ging er ook weer het nodige mis op het spoor. Een aanrijding van een spoorviaduct door twee auto’s, een zelfdoding in Brabant, twee aanrijdingen op overwegen, de Thalys raakte in België bij een botsing betrokken. „Allemaal heel vervelend, maar stuk voor stuk hebben ze niets van doen met de invoering van de nieuwe dienstregeling.”
Propvol
Op Ferwerda’s stoel op de negende etage zit voor even president-directeur Aad Veenman van de NS. Samen met een analist neemt hij een stapel planningen en schema’s door. „Klopt dit, hoe zit het daarmee, welke ruimte hebben we daar nog?” De topman loopt deze eerste week regelmatig binnen bij de afdeling Transportbesturing van NS Reizigers. „Wij bemoeien ons niet met kleinigheden, het gaat hier over de grote lijnen”, zegt Ferwerda.
De optelsommen van kleinigheden komen echter wel degelijk binnen in kamer 9.05. Op grote vellen hangen ze aan de muur. Wat ging er mis op zondag? „Nogal wat met de CTA’s en CHA’s, de aanwijzers boven de perrons en in de stationshallen.” Inderhaast werd ook een extra internetserver van 60.000 euro aangeschaft, boven op de al eerder ingehuurde extra servers. Omdat het aantal hits op de NS-site astronomisch hoog is.
Aan de treinopvolging voor de perrons van station Nijmegen wordt gewerkt. ”Bewaking spooropstelling Dordrecht” bleek na maandag verder overbodig. „We waren bang dat de vele goederentreinen vanaf opstelterrein Kijfhoek via de Brabantroute richting Venlo bij Dordrecht problemen zouden geven. In de praktijk loopt het daar echter op rolletjes.”
De beschikbaarheid van materieel blijft een punt van zorg. Twee keer per dag komt er een verse lijst vanuit de werkplaatsen van NedTrain met het overzicht van treinen die „in de garage” staan. Er blijkt een klein, tijdelijk tekort aan enkeldeks stoptreinen. Het totaal van 185 treinen dat naar binnen moet voor een noodzakelijke reparatie is wel aan de hoge kant, vindt Ferwerda. „NedTrain onderhoudt ook materieel voor andere bedrijven, dus we moeten soms even op onze beurt wachten.”
In grote lijnen werkt het nieuwe spoorboekje als een zonnetje, maar Ferwerda is niet zomaar tevreden. „Veel was en is er soms nog mis in de categorie reisinformatie. Geneuzel over de informatiebakken op de perrons. In Delft bijvoorbeeld, hier, een verse melding. Er staat 10.48 uur boven het perron, terwijl de treinplanner 10.47 aangeeft. Dat maakt de klant onrustig en wij houden er ook niet van.”
Alle gegevens van de honderden tellers komen ’s avonds binnen en genereren een schat aan informatie. Gisteren was het percentage blauwe treinen (3 van de 10 stoelen bezet) 61,3, het aantal groene (gewoon gevuld, iedereen zit) was 31,2 procent. Iets te vol (geel, enkele reizigers op de balkons) scoorde 5,8 procent, en 67 treinen (rood, 1,6 procent) bleken veel te vol.
„We zien hier en daar al recidivisten opdoemen, treinen die vaker propvol bleken. Soms is al wat verdubbeld: de stoptrein Zwolle-Groningen, zeg ik uit m’n hoofd.” Datzelfde geldt voor „recidimisten”: aansluitingen die niet worden gehaald. „Als na een week blijkt dat een bepaalde aansluiting vijf keer niet klopt, dan moet daar wat gebeuren. Maar dat kun je natuurlijk pas zinvol doen na een week. Maandag is er een grote vergadering, van alle disciplines, waarin knopen worden doorgehakt.”
Treinsnelheden
Majeure aanpassingen zijn op een aantal plaatsen echter onmogelijk, weet hij. „Sommige rode treinen kunnen we niet oplossen met meer materieel, die zijn al op maximale lengte en dubbeldeks. Dan wil je eigenlijk een extra trein, maar dat is op een aantal plaatsen onmogelijk. Amersfoort-Utrecht-Gouda-Den Haag/Rotterdam bijvoorbeeld. Idem vanuit Utrecht richting Amsterdam en Den Bosch. Daar kun je alleen extra capaciteit genereren door goederentreinen te schrappen, wat niet kan.
Door harmonisatie van treinsnelheden kwam wat extra capaciteit op de sporen. Nu de stoptreinen gemiddeld wat sneller rijden en intercity’s iets langzamer, kunnen er méér treinen rijden. Dat was een van de belangrijkste redenen waarom dit nieuwe spoorboekje er moest komen.”