‘Inburgeren’ moeizaam in Colombia
DEN HAAG - Carlos is 22 jaar en werd ontvoerd samen met zijn hele klas toen hij dertien was. Jarenlang diende hij de FARC-guerrilla en moest hij de vreselijkste dingen uitvoeren. Totdat hij ontsnapte, zich overgaf en werd opgenomen in het demobilisatie- en re-integratieproces van de Colombiaanse overheid, waarin hij samen met duizenden andere voormalige strijders en strijdsters deelneemt. Maar zijn ’inburgeringscursus’ in de samenleving verliep niet vlekkeloos.
Eerst zag de toekomst er rooskleurig uit voor Carlos. Hij kreeg eten, kleding en een opleiding. Verder kreeg hij gedurende twee jaar een toelage waar hij van kon leven. Hij zag zijn ouders weer en maakte plannen om samen met zijn pa een bakkerijtje te beginnen. Kortom, hij verkeerde zo’n beetje in de wittebroodsweken.Toch liep het allemaal heel anders. Hij voelde zich niet veilig (en vreesde dat zijn voormalige kompanen hem zouden weten te vinden) - terwijl zijn omgeving weer bang was voor hem, de schimmige ex-guerrillero. Hij was depressief en voelde zich schuldig. De stad Bogota overweldigde hem, opgegroeid als hij was op het platteland.
Toen hij twee vrienden eens een handje hielp met wat naderhand een huurmoord bleek, werd Carlos gesnapt. Hij belandde voor 27 jaar achter de tralies. Nu wordt bekeken of hij in aanmerking komt voor strafvermindering.
Carlos’ bizarre levensverhaal is er een van de vele in Colombia. Hij speelde maandag de hoofdrol in de aftrap van de conferentie van Pax Christi over ”re-integratie van voormalig strijders in Colombia”.
Pax Christi verrichtte onderzoek naar diverse aspecten van het individuele proces van re-integratie van de ”desmobilizados” in Colombia en bundelde de uitkomsten in een rapport.
Demobilisatie en re-integratie zijn instrumenten waarmee Colombia vrede wil bereiken. Demobilisatie gebeurt sinds 2002 op collectieve en individuele basis. Als we over cijfers spreken: in mei hadden 31.689 paramilitairen de wapens collectief ingeleverd en 10.137 personen leverden tussen 2002 en 2006 op individuele basis hun wapens in. De Colombiaanse overheid en internationale donoren financieren de grote instroom van voormalig strijders in de Colombiaanse burgersamenleving.
Dat de Colombiaanse regering er alles aan is gelegen om de re-integratie te doen slagen blijkt: dit jaar werd er 167 miljoen euro gestopt in demobilisatie- en re-integratieprojecten. Nederland steunt in Colombia een Centrum voor Oriëntatie en Mogelijkheden (CRO) waaraan duizend gedemobiliseerde strijders deelnemen.
Uit de gepresenteerde bevindingen blijkt dat re-integratie vaak uiterst moeizaam is. Wanneer de ex-strijders programma’s hebben doorlopen, ontbreekt het hun vaak aan een sociaal vangnet en, heel concreet, aan werk en toekomstperspectief. Het gevolg is dat ze terug dreigen te vallen in de criminaliteit, armoede of in hun oude bestaan. Zoals Carlos dus.
De grote uitdaging waar Colombia voor staat is om de duizenden ex-strijders na een ’inburgeringscursus’ op de juiste plek te krijgen en ze daar te houden. Dat scheelt op jaarbasis volgens kille berekeningen al gauw enige duizenden levens.
Daarom pleitte Marianne Moor van Pax Christi uit preventieve overwegingen voor een „sociale dienstplicht”, waarin de voormalige strijders kunnen wennen aan de harde realiteit van het dagelijkse bestaan en ervaring kunnen opdoen in de burgermaatschappij.
Wat het allemaal extra moeilijk maakt, is dat de ingewikkelde burgeroorlog in Colombia intussen in alle hevigheid doorwoedt. Diverse guerrillagroepen, paramilitairen en tal van andere clubs bevechten elkaar over de rug van de bevolking heen. Tot voor enige jaren ging ook het leger niet geheel vrijuit, maar gelukkig is er sprake van een mentaliteitsverandering en behoren schendingen van mensenrechten binnen de strijdkrachten tegenwoordig tot de uitzonderingen.
Toch zal er alleen duurzame vrede in Colombia kunnen komen als de oud-strijders zijn opgenomen en geaccepteerd in de samenleving, stelde Julian Guerrero, mensenrechtendeskundige en ambassadesecretaris op de Colombiaanse ambassade in Den Haag. En dat kan alleen in etappes. Pas in de verre toekomst kun je misschien gaan praten over nationale verzoening en komt straffeloosheid en waarheidsvinding om de hoek kijken.
Pax Christi signaleerde dat slachtoffers van het Colombiaanse conflict minder ondersteuning krijgen dan daders. Dat brengt het morele dilemma naar voren of het meer loont om dader te zijn dan slachtoffer. Ten dele is dat helaas inderdaad zo, moest Pax Christi concluderen. Maar hoewel er ongetwijfeld bezwaren kleven aan het demobilisatieproces, is het nog altijd zo dat „een goed uitgevoerd re-integratiemodel veel kan voorkomen.”