„Voorzichtigheid bij euthanasie positief”
Minister Borst van Volksgezondheid waardeert het positief als artsen terughoudend zijn met toepassing van euthanasie vanwege de toegenomen mogelijkheden om het lijden te verzachten. Palliatieve zorg is echter geen „toverwoord” in de laatste levensfase. „Euthanasie kan dan het waardig einde zijn.”
Dat schrijft de bewindsvrouw in een brief die ze donderdag naar de Tweede Kamer stuurde. Het ChristenUnie-kamerlid Rouvoet had mede namens de fracties van CDA, SGP en SP een reactie gevraagd van de minister op een artikel in NRC Handelsblad, waarin artsen kritische opmerkingen maakten over de euthanasiepraktijk in ons land.
Een van hen zei dat artsen het gevoel hebben dat ze door de nieuwe euthanasiewet over een grens worden geduwd. „Patiënten claimen nu het recht op euthanasie en eisen de dood. Zo hebben we het nooit bedoeld”, aldus de arts.
„Als artsen de neiging hebben meer terughoudend te worden ten aanzien van de toepassing van euthanasie, is dat in de geest van de wetgever. De uiteindelijke honorering van een verzoek moet immers altijd een ultimum remedium (uiterste redmiddel, red.) zijn”, zo schrijft Borst.
Ze benadrukt dat er bij euthanasie nooit sprake kan zijn van een recht van de patiënt en een plicht voor de arts. „Niet genoeg kan worden benadrukt dat van dit recht en van deze plicht geen sprake is. Hoezeer in sommige gevallen druk door patiënten kan worden uitgeoefend, artsen weten dat zij aan deze druk niet toe moeten geven en in alle openheid samen met de patiënt tot een afgewogen beslissing moeten komen.”
Sluitstuk
Aan het slot van haar brief stelt Borst dat het kabinet het grote belang van de verdere verbetering van palliatieve zorg onderkent. „Men moet er echter voor waken palliatieve zorg als een toverwoord te gebruiken tegen al het lijden in de laatste fase van het leven. Palliatieve zorg en euthanasie liggen in elkaars verlengde. We moeten niet onze ogen sluiten voor het gegeven dat ook de beste palliatieve zorg de ondraaglijkheid van het lijden van een patiënt niet altijd kan opheffen. Euthanasie kan dan het waardig einde zijn van een ziekteproces waarin palliatieve zorg een belangrijke plaats heeft ingenomen”, aldus de bewindsvrouw.
Borst benadrukt dat de mogelijkheden voor palliatieve zorg de laatste jaren enorm zijn toegenomen. „Hoe vaak hoort men artsen niet zeggen dat indien men toen de kennis had gehad die men thans heeft, het met de patiënt waarschijnlijk anders gegaan zou zijn.” De bewindsvrouw wil daarmee echter niet zeggen dat er daardoor in het verleden te lichtvaardig euthanasie is toegepast. „Zoals de artsen toen in dat opzicht naar vermogen handelden conform de zorgvuldigheidseisen, zo doen zij dat thans ook.” In dat licht ziet de minister ook de meningen die in het NRC-artikel naar voren zijn gebracht.
Onderzoek
De bewindsvrouw wil graag weten of de nieuwe medische ontwikkelingen op het gebied van palliatieve zorg daadwerkelijk leiden tot minder euthanasie. Op dit moment is er een onderzoek gaande naar euthanasiepraktijk in ons land. Borst zal degenen die het onderzoek uitvoeren, de hoogleraren Van der Maas en Van der Wal, vragen hierop speciaal te letten. Het is voor de derde keer dat beide heren een dergelijk onderzoek uitvoeren.