Dat kapitaal werd gebruikt om de toen noodlijdende maatschappij in de lucht te houden.„Ik kan me helemaal niet herkennen in het beeld dat de rechtbank heeft geschetst”, was het enige dat oud-directeur Cees van D. na afloop wilde zeggen. Van D. is veroordeeld tot 1,5 jaar celstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk. Zijn vroegere financiële rechterhand Paul G. liet weten dat hij donderdagmiddag nog hoger beroep tegen zijn veroordeling zou aantekenen.

„Verrassend”, zo typeerde G. direct na de uitspraak het vonnis dat over hem was geveld. „Ik ben er namelijk nog steeds van overtuigd dat ik geen strafbare feiten heb gepleegd. Ik weet voor mezelf dat ik het niet heb gedaan. Er is nooit sprake van opzet geweest.”

G. is zeer verbaasd over de constatering dat de rechtbank hem kwalijk neemt dat hij zelf geen duidelijkheid over de herkomst van het geld heeft gegeven, dat zou zijn witgewassen. „We hebben bij onze verdediging juist wel proberen aan te geven dat er geen aanwijzingen waren dat het om crimineel geld ging. Ook hebben we wel degelijk aangegeven waar het geld volgens ons vandaan kwam.”

Voor G. is het aanvechten van zijn veroordeling tot drie jaar cel waarvan een halfjaar voorwaardelijk, dan ook vanzelfsprekend: „Nogmaals, ik weet dat ik het niet heb gedaan. Ik ben niet schuldig.”

Het openbaar ministerie is content met de uitspraak. Officier van justitie Mos: „Op het eerste oog zijn we zeer tevreden. De rechtbank heeft geoordeeld dat er in deze zaak sprake was van grootschalige witwaspraktijken. Ook constateerde de rechtbank een grote verwevenheid tussen de boven- en de onderwereld in deze kwestie.”