Christus, een Held in een Saksisch gewaad
UTRECHT - Christus als de grote Held en Weldoener, maar vooral „de krachtigste aller koningen.” De dichter van de ”Heliand”, die zijn verhaal op de vier Evangeliën baseert, plaatste het leven van Jezus in een eigentijdse, Germaanse context. Deze week verscheen bij Sun in Amsterdam voor het eerst een Nederlandse vertaling van het beroemde Oudsaksische gedicht.
De Heliand (Oudsaksisch voor Heiland) is vertaald door drs. Jaap van Vredendaal, met medewerking van drs. Willem van der Meiden. Dr. Henk Vreekamp was een van de meelezers.Het gedicht, rond het jaar 830 geschreven, is een typisch voorbeeld van inculturatie van het christendom in onze landen. „Het is niet zomaar een vertaling van het Evangelie, maar een opnieuw vertellen van de boodschap in een vorm die het publiek vertrouwd was, een heldendicht”, zegt Van Vredendaal.
De opdrachtgever was vermoedelijk Lodewijk de Vrome, de zoon van Karel de Grote. De onbekende dichter was wellicht een monnik uit een van de missiekloosters in Duitsland. De dichter was mogelijk afkomstig uit de omgeving van Liudger, na Willibrord en Bonifatius de eerste missionaris van eigen bodem, die het zendingswerk onder Friezen en Saksen voltooide.
In de Heliand figureert Christus in het geografische en sociale milieu van het West-Europa uit de negende eeuw. Het woongebied van de Saksen strekte zich uit van de IJssel tot de Elbe en omvatte dus het huidige Oost-Nederland en het grootste deel van Noord-Duitsland. Karel de Grote had de Friezen en de Saksen bij zijn rijk ingelijfd. Op het moment dat hun leiders het christendom hadden aanvaard, golden zij als bekeerd.
Volgens Van Vredendaal betekende de keuze voor het christendom ook een keuze voor een nieuw cultureel en sociaal systeem. „Als daar meer politiek heil van te verwachten was, wilde men de nieuwe god ook wel aanvaarden.”
Toch was de kerstening volgens hem niet alleen een politiek proces. „De missionarissen was het wel degelijk te doen om een innerlijke bekering. Velen van hen kwamen uit Noord-Engeland, dat niet vanuit Rome maar vanuit Ierland was gekerstend. Het Ierse christendom, waaruit Willibrord afkomstig was, had een sterk ascetische en spirituele inslag.”
Aanvaarding van de nieuwe godsdienst betekende niet in alle opzichten een breuk met het verleden. De missionarissen pasten een strategie toe die was ingezet door paus Gregorius de Grote, toen hij het initiatief nam tot de kerstening van Engeland. In 601 schreef de paus aan een missionaris in Engeland dat de afgoden van de Engelsen vernietigd moesten worden, maar de tempels niet. Die moesten met wijwater worden gereinigd en worden gewijd aan de dienst van de ware God.
Heldendicht
Zo goot de dichter van de Heliand het Evangelie in de vorm van het traditionele heldendicht. De Heliand vertelt het verhaal van het leven, het sterven en de opstanding van Jezus, ontleend aan de vier Evangeliën. De naam Heliand, Oudsaksisch voor Heiland (”de helende”, van het werkwoord ”hêlian”: helen, beter maken), is pas veel later aan het werk gegeven, namelijk door J. A. Schmeller, die in 1830 de eerste gedrukte uitgave bezorgde.
De schrijver heeft een voorkeur voor de opzienbarende wonderverhalen waarin Christus Zijn kracht bewijst: de genezing van zieken, de opwekking van doden, de spijziging van de 5000 mensen en de bezwering van de storm op zee. Ook is het volgens Van Vredendaal waarschijnlijk geen toeval dat het middendeel van het werk wordt gevormd door een aantal verhalen waarin Petrus een rol speelt, de discipel van Christus die als grondlegger van de kerk geldt.
Niet toevallig kiest de dichter voor zijn Christusverhaal de vorm (het stafrijm) en het vocabulaire van het traditionele heldendicht. In de voorstelling van de dichter is Christus een held, en wel de machtigste die er ooit geweest is en er ooit zal zijn. Keer op keer benadrukt de dichter de macht en de kracht van Christus. Hij is „allaro cuningo craftigost”, „de krachtigste aller koningen.”
Hij is ook soeverein. „De verhouding tussen Christus en de twaalf discipelen wordt in feodale termen beschreven: Christus is de heer die Zijn mannen kiest. Hij belooft Zijn discipelen een beloning in het hemelrijk, waarvan de dichter een zeer materiële voorstelling heeft, precies zoals wereldlijke vorsten de trouw van hun vazallen met schenkingen beloonden.”
Joden
De schrijver staat echter kritisch tegenover de Joden. Naarmate het lijdensverhaal van Christus nadert, worden de Joden steeds vaker als vijandig, wreed of grimmig bestempeld. De Heiliand weerspiegelt daarmee de vroegmiddeleeuwse visie van de kerk op de Joden. Groepen die afweken van het katholieke christendom, of het nu om Joden ging of ketters, werden door de kerk als een groter gevaar beschouwd dan heidenen.
Dr. Vreekamp noemt de Heliand „een epos van ontroerende schoonheid.” „Christus, de stralende Held voor wie ik onweerstaanbaar word ingewonnen, gaat gekleed in Saksisch gewaad. God zoekt mij dus op ter plekke waar ik mij bevind. Een zendeling hoeft en kan nooit bij nul te beginnen, maar mag kruipen in de huid van de heidense hoorder, zodat die in zijn eigen taal de grote werken van God hoort verkondigen.”
De Heliand is een boek van weergaloze troost, maar ook een boek van ontzaglijke ontdekking, vindt dr. Vreekamp. „Als los Evangelie vertolkt de Heliand niet de hele Bijbel, maar een deel ervan. Het Oude Testament blijft zo goed als buiten beeld. Nu is het heil wel vóór de Saksen maar niet uit hen. Het heil is uit de Joden. Ontzetting overvalt me wanneer ik in dit epos Christus zie optreden tegen de grimmige Joden. Daarin herken ik tot mijn grote schrik het begin van een verwoestend spoor dat uiteindelijk zal uitlopen op Auschwitz.”
De Heliand zet volgens dr. Vreekamp de bekering van heiden tot christen volkomen op scherp. „Ik hoop dat de Heliand de aandacht voor een boek als ”De Da Vinci Code” zal afleiden en die voor een boek als ”Knielen op een bed violen” van Jan Siebelink zal aanvullen. Hier is geen vlucht in een vermeend mysterie of het zo eenzame avontuur van een zoeken naar God, maar het openbare verslag van de reis die de Geest onderneemt om ons te bezoeken, tot in onze eigen taal en cultuur. Dat ervaar ik als een hemelse troost. En dan heb ik het nog niet over de vertroosting die we zullen krijgen wanneer op basis van de Heliand de hele Heilige Schrift opnieuw zal klinken.”