Binnenland

„Iran geeft visa aan familie mensenrechtenactivist"

DEN HAAG (ANP) – Familieleden van de Maastrichtse mensenrechtenactivist Abdullah al–Mansouri krijgen visa om hem in Iran te kunnen bezoeken. Dat zei minister Bot van Buitenlandse Zaken donderdag na afloop van een gesprek met zijn Iraanse ambtgenoot Manouchehr Mottaki.

7 December 2006 19:11Gewijzigd op 14 November 2020 04:20

Al–Mansouri is volgens Iran een terrorist. Mottaki maakte eerder al bekend dat hij niet van plan is hem vrij te laten; dat de man een Nederlands paspoort heeft maakt voor hem niet uit. Maar voor minister Bot is het een Nederlander, die recht heeft op een eerlijke rechtsgang.De Nederlandse minister dringt daar al sinds september bij zijn collega op aan, vertelde hij donderdag aan het ANP. Hij heeft ook gevraagd om een visum voor al–Mansouri’s advocaat Spong, maar dat is niet toegezegd. Wel beloofde Mottaki dat het proces tegen al–Mansouri „open" zou zijn, zodat mensen van de Nederlandse ambassade of het consulaat erbij aanwezig mogen zijn. Ook heeft de Iraanse minister toegezegd dat Iran zelf iemand zal aanwijzen die erop toeziet dat de Maastrichtenaar goed behandeld wordt.

Al–Mansouri werd in mei in Syrië gearresteerd en daarna uitgeleverd aan Iran. Volgens Iran is hij een terrorist. Hij zou met vervalste Iraanse papieren Syrië zijn binnengekomen, op de Interpollijst staan en betrokken zijn geweest bij aanslagen. Die betrokkenheid heeft hij volgens de Iraniërs ook bekend, vertelde minister Bot. „Maar daar ga ik niet over. Voor mij is het een Nederlander". Daarom zet hij zich in voor een eerlijke rechtsgang.

Al–Mansouri staat in Nederland bekend als een mensenrechtenactivist. Hij kreeg voor dat werk in 2001 zelfs een lintje. Zijn arrestatie leidde dan ook tot grote commotie. Amnesty International, maar ook de Maastrichtse burgemeester Gert Leers en secretaris–generaal Kofi Annan van de VN kaartten de kwestie bij Teheran aan.

Bot voerde zelf in september in New York een „kil" en „heftig" gesprek met zijn ambtsgenoot om toezeggingen los te krijgen. Hij kent zijn Iraanse collega al zo’n twintig jaar. Ze waren beiden ambassadeur in Turkije. Dat nam niet weg dat hij druk moest uitoefenen, zo bleek.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer