Prominenten in de Iraakse politiek
In de Iraakse politiek draait alles om één man: veldmaarschalk Saddam Hussein al-Tikriti. Maar in de loop der jaren zijn ook anderen regelmatig genoemd. Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste personen.
Saddam Hussein: president en opperbevelhebber van de strijdkrachten. Ook is hij voorzitter van de Revolutionaire Commando Raad van de Baath-partij, waarbij de politieke macht in Irak berust. Kwam in 1979 aan de macht. Staat bekend om zijn meedogenloosheid. Politieke tegenstanders worden zonder pardon uit de weg geruimd. Overleefde de bloedige oorlog tegen Iran (1980-1988) en de Golfoorlog van 1991. Pogingen om hem af te zetten zijn alle mislukt. Zijn macht berust op twee pijlers: zijn familie en zijn medestanders bij de machtsovername van 1979.
Uday: oudste zoon van Saddam Hussein. Staat door zijn onstuimigheid in minder hoog aanzien bij zijn vader dan zijn jongere broer Qusay. Pikt graag meisjes van de straat om met hen seks te hebben. Zou bij een ruzie een lijfwacht van zijn vader hebben gedood. Overleefde in 1996 een aanslag op zijn leven, waarbij hij zwaargewond raakte. Bezit diverse media, waaronder de krant Babil en de populaire rockzender VOI (Voice of Iraq) FM, die Amerikaanse en Britse muziek draait. Heeft zijn eigen militie en zit in het parlement.
Qusay: lievelingszoon van Saddam, met wie hij veel gemeen heeft. Heeft eigen machtsbasis opgebouwd in de strijdkrachten en de veiligheidsdiensten. Wordt in de media omschreven als toezichthouder van de Republikeinse Garde van Saddam. Is in mei 2001 gekozen tot leider van de Baath-partij in Irak. Deze partij bestaat in de gehele Arabische wereld en streeft naar eenheid van de Arabieren. De benoeming wordt gezien als bewijs dat Saddam hem als zijn opvolger beschouwt.
Ali Hasan Al-Majid: generaal en neef van Saddam Hussein. De Koerden noemen hem de „chemische Ali”, omdat hij commandant was van de Iraakse troepen die in 1988 de Koerdische stad Halabja met chemische wapens bestookten. Werd ’gouverneur’ van Koeweit, nadat Saddams troepen dat land in augustus 1990 waren binnengevallen. Heeft waarschijnlijk deelgenomen aan de onderdrukking van de Koerden en de sjiieten na de Golfoorlog. Lid van de Revolutionaire Commando Raad.
Tariq Aziz: belijdt het christendom, werd als minister van Buitenlandse Zaken tijdens de Golfoorlog bekend. Is een oude bondgenoot van Saddam en een krachtig bestrijder van de westerse invloed in de Arabische wereld. Maakte in 2001 een moeilijke periode door, toen zijn zoon werd aangehouden, waarschijnlijk wegens corruptie. Is nu vice-premier en lid van de Revolutionaire Commando Raad.
Naji Sabri Al-Hadithi: minister van Buitenlandse Zaken. Is meer technocraat dan politicus, maar is uit een machtige familie afkomstig. Was ambassadeur in Oostenrijk voor hij minister werd. Heeft Engels gestudeerd en was vice-minister van Informatie tijdens de Golfoorlog. Zou zijn belangrijke positie te danken hebben aan zijn vriendschap met Qusay.
Izzat Ibrahim: vertrouweling van Saddam. Volgens de New York Times heeft hij de Koerden in januari 1991 gewaarschuwd geen misbruik te maken van de Golfoorlog. Hij dreigde hen met hetzelfde lot als de inwoners van Halabja in 1988. Vice-voorzitter van de Revolutionaire Commando Raad. Werd er dit jaar door Saddam op uitgestuurd om de buurlanden gerust te stellen. Omhelsde de Saudische kroonprins Abdullah en beloofde Koeweit dat Irak de „territoriale integriteit” van het land zou respecteren. Ontkwam ternauwernood aan een arrestatie toen hij een kankeronderzoek in Oostenrijk onderging.
Taha Yasin Ramadan: is evenals Izzat Ibrahim vertrouweling van Saddam. Is een van de vice-presidenten. Saddam gebruikt hem vaak als gezant. Volgens de Amerikanen heeft hij vier jaar geleden de plaatsvervanger van terroristenleider Osama bin Laden, Ayman al-Zawahiri, in Bagdad gesproken. De oppositie beschuldigt hem ervan dat hij in 1991 de Iraakse tankcommandanten opdracht heeft gegeven over de sjiieten te rijden die na de Golfoorlog tegen het bewind van Saddam in opstand waren gekomen.